DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Spaans
De Uitgeversgroep
Spaans A2-niveau
A2 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
SPA A2, Thema 8
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Spaans
Nederlands
Adjunto
=
Bijgaand/bijgesloten/bijgevoegd
Ampliar
=
Uitbreiden
Cambiar de habitación
=
Van kamer wisselen/veranderen
Colgar
=
Ophangen
Comunicar la información
=
De informatie doorgeven
Con vistas al mar
=
Met zeezicht
Consultar
=
Navragen/overleggen
Contestaremos en un plazo de 2 días laborales
=
Wij zullen binnen 2 werkdagen antwoorden
Dar información sobre…
=
Informeren/informatie geven over…
De habla española/que habla español
=
Spaanstalig
Decidir rápidamente
=
Snel beslissen
El almacén
=
Het magazijn
El anuncio
=
Het aanplakbiljet/poster
El autobús para Mardrid/a Madrid
=
De bus naar Madrid
El avión sale desde Amsterdam
=
Het vliegtuig vertrekt vanaf Amsterdam
El cambio
=
De wijziging
El campo deportivo
=
Het sportveld
El cliente ha presentado una reclamación
=
De klant heeft een klacht ingediend
El cliente habitual
=
De vaste klant
El cliente se aloja en el hotel Dalí
=
De klant verblijft in hotel Dalí
El descuento para grupos
=
De groepskorting
El entretenimiento
=
Het vermaak
El equipo
=
Het team
El hotel es adecuado para niños
=
Het hotel is geschikt voor kinderen
El hotel está en construcción
=
Het hotel is in aanbouw
El huésped es
=
De gast is ontevreden over de service
El huésped no está satisfecho del servicio
=
De gast is niet tevreden zijn over de service
El jugador
=
De speler
El lunes que viene/el próximo lunes
=
Aanstaande maandag
El material de bricolaje
=
Het knutselmateriaal
El papel de fotocopia
=
Het kopieerpapier
El paquete de almuerzo
=
Het lunchpakket
El parque de bungalows
=
Het bungalowpark
El partido
=
De wedstrijd
El partido de fútbol empieza a las 15.00
=
De voetbalwedstrijd begint om 15.00
El partido tiene lugar en el polideportivo
=
De wedstrijd vindt plaats op het sportcomplex
El paseo por la isla
=
De eilandtour
El precio de alquiler
=
De huurprijs
El precio de la excursión es de € 75
=
De prijs van de excursie is € 75
El programa de animación
=
Het animatieprogramma
El prospecto
=
De brochure
El servicio técnico
=
De technische dienst
El torneo de fútbol
=
Het voetbaltoernooi
El touroperador
=
De touroperator
El vestíbulo
=
De hal
El viaje cultural/de cultura
=
De cultuurreis
El viaje de aventura
=
De avonturenreis
El viaje de negocios
=
De zakenreis
El viaje de paquete
=
De pakketreis
El viaje en grupo no se va a realizar
=
De groepsreis gaat niet door
El viaje para jóvenes
=
De jongerenreis
El viaje para solteros
=
De singlereis
El volante
=
De flyer
El vuelo está sobrevendido
=
De vlucht is dubbel geboekt
En espera de su respuesta,
=
In afwachting van uw antwoord,
En respuesta a su solicitud
=
Op uw verzoek
Es imposible/no es posible
=
Het is onmogelijk/het is niet mogelijk
Esta mañana
=
Vanochtend/vanmorgen
Esta noche
=
Vanavond/vannacht
Esta tarde
=
Vanmiddag
Estar quebrado
=
Failliet zijn
Formar un equipo
=
Een team maken
Gracias por la información
=
Bedankt voor de informatie
Gracias por su carta
=
Bedankt voor uw brief
Gracias por tu ayuda
=
Bedankt voor jouw hulp
Hacer ruido
=
Herrie maken
He consultado a Carmen
=
Ik heb overlegd met Carmen
He hecho la reserva
=
Ik heb de reservering gedaan
He leído su correo electrónico
=
Ik heb uw e-mail gelezen
He prometido solucionarlo
=
Ik heb beloofd het op te lossen
Hemos recibido su carta
=
We hebben uw brief ontvangen
Hemos recibido una queja/reclamación
=
We hebben een klacht gehad
Hoy he hablado con la señora Salas
=
Ik heb vandaag mevrouw Salas gesproken
Inscribirse
=
Zich inschrijven
La actividad termina a las 16.00
=
De activiteit eindigt om 16.00
La agencia de excursiones
=
Het excursiebureau
La ayuda
=
De hulp
La comida es de mala calidad
=
Het eten is van slechte kwaliteit
La empresa de transporte
=
Het vervoersbedrijf
La excursión es el martes
=
De excursie is dinsdag
La fotocopia
=
De fotokopie
La gira
=
De rondreis
La habitación da al interior
=
De kamer ligt aan de achterkant
La hora de llegada va a ser a las 14.15
=
De aankomsttijd is 14.15
La hora local
=
De lokale tijd
La información necesaria
=
De benodigde informatie
La mitad
=
De helft
La noche de baile
=
De dansavond
La pelota/el balón
=
De bal/voetbal
La plaza/el asiento
=
De zitplaats (in de bus/het vliegtuig)
La renovación
=
De verbouwing
Las circunstancias familiares
=
De familieomstandigheden
Las habitaciones dan al exterior
=
De kamers liggen aan de voorkant
Las inscripciones
=
De inschrijvingen
Las toallas están sucias
=
De handdoeken zijn vies
Las vacaciones de esquí
=
De skivakantie
Las vacaciones de sol y playa
=
De zon en strandvakantie
Las vacaciones de todo incluido
=
De all inclusivevakantie
Las vacaciones de última hora
=
De last minutevakantie
Las vacaciones en crucero
=
De cruisevakantie
Le enviaremos los documentos de viaje por correo
=
Wij zullen u de reisdocumenten per post toesturen
Le voy a informar lo más pronto posible
=
Ik zal u zo spoedig mogelijk informeren
Les molestan los vecinos
=
Zij hebben last van de buren
Llamar a…
=
Bellen naar…
Llevar el perro
=
De hond meenemen
Los juegos acuáticos
=
De waterspelletjes
No queda papel higiénico
=
Er is geen toiletpapier meer
No quedan sillas
=
Er zijn geen stoelen meer
No sé que hacer
=
Ik weet niet wat ik moet doen
Nos pondremos en contacto con usted cuanto antes
=
Wij nemen zo spoedig mogelijk contact met u op
Para
=
Om te / Voor
Por
=
Door / Per / Vanwege
Por € 100
=
Voor € 100
Por correo electrónico
=
Per e-mail
Por desgracia tengo que comunicarle que...
=
Helaas moet ik u mededelen dat…
Por la presente le comunico...
=
Hierbij deel ik u mede…
Por la presente le confirmo...
=
Hierbij bevestig ik u…
Querido/querida:
=
Beste, (aanhef)
Quiero saber si...
=
Ik wil weten of…
Repartir/distribuir
=
Uitdelen
Responder
=
Antwoord geven/beantwoorden
Reunirse en…
=
Verzamelen bij…
Ruidoso
=
Lawaaierig
Situado en primera línea de mar
=
Aan zee gelegen
Situado en primera línea de playa
=
Aan het strand gelegen
Solucionar el problema
=
Het probleem oplossen
Suficientes participantes
=
Genoeg/voldoende deelnemers
Tener interés en
=
Interesse hebben in
Tener planes de…
=
Plannen hebben om…
Tiene que facturar antes de las 10.00
=
U moet vóór 10.00 inchecken
Todavía hay plazas libres
=
Er zijn nog plaatsen vrij
Un guía de habla inglesa/que habla inglés
=
Een Engelstalige gids
Usar
=
Gebruik maken van/gebruiken
Usted viaja con la compañía aérea Iberia
=
U reist met luchtvaartmaatschappij Iberia
Viajar en transporte público
=
Met het openbaar vervoer reizen
Voy a llamar al servicio de mantenimiento
=
Ik bel de onderhoudsdienst