DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Spaans
De Uitgeversgroep
Spaans A1 SPA A1 HTR
A1 - Deel Vrijetijdssector - 1e editie
SPA A1, Vocabulario 8
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Spaans
Nederlands
Está enfrente del mostrador
=
Het bevindt zich tegenover de balie
Está en la primera planta
=
Het is op de 1e verdieping
Está en la planta baja
=
Het is op de begane grond
¿Hay un cajero automático por aquí?
=
Is er een pinautomaat in de buurt?
Bajar/subir la escalera mecánica
=
Met de roltrap naar beneden/boven gaan
Usted puede tomar el ascensor
=
U kunt de lift nemen
Tiene que seguir los letreros
=
U moet de borden volgen
¿Dónde puedo comprar revistas?
=
Waar kan ik tijdschriften kopen?
¿Dónde están los servicios?
=
Waar zijn de toiletten?
La puerta de embarque abre a las 10.00
=
De gate gaat open om 10.00
La puerta de embarque cierra a las 10.00
=
De gate sluit om 10.00
No hay retraso
=
Er is geen vertraging
Deme su tarjeta de embarque por favor
=
Geef me uw instapkaart alstublieft
Deme su pasaporte por favor
=
Geef me uw paspoort alstublieft
¡Buen vuelo!
=
Goede vlucht
¿Tiene equipaje?
=
Heeft u bagage?
¿Tiene su billete de vuelo?
=
Heeft u uw ticket?
Lo siento
=
Het spijt me
El avión sale a tiempo
=
Het vliegtuig vertrekt op tijd
Aquí tiene su tarjeta de embarque
=
Hier is uw instapkaart
¿A qué hora sale el vuelo?
=
Hoe laat vertrekt de vlucht?
¿Cuántas maletas tiene?
=
Hoeveel koffers heeft u?
Solamente tengo equipaje de mano
=
Ik heb alleen handbagage
¿Hay un asiento de ventanilla?
=
Is er een stoel aan het raam?
¿Todavía hay un asiento de pasillo libre?
=
Is er nog een stoel aan het gangpad vrij?
¿Puedo facturar aquí?
=
Kan ik hier inchecken?
Tiene el asiento 15C, está en la fila 15
=
U heeft stoel 15C, het is in rij 15
Ahora puede ir a la puerta de embarque
=
U kunt nu naar de gate gaan
Puede poner sus maletas en la cinta
=
U kunt uw koffers op de band zetten
Tiene que pagar extra
=
U moet extra betalen
Tiene que ir a la puerta de embarque C3
=
U moet naar gate C3 gaan
Su maleta pesa demasiado
=
Uw koffer is te zwaar
¿Adónde viaja?
=
Waar reist u heen?
¿Cuál es la puerta de embarque?
=
Welke gate is het?