DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Spaans
De Uitgeversgroep
Spaans 2 op B1-niveau SPA B1 HTR
B1 - Deel Luchtvaart - 1e editie
LVD SPA 2 Luchtvaarttermen
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Spaans
Nederlands
TERMINOS DE AVIACION
=
LUCHTVAARTTERMEN
el tráfico aéreo
=
het luchtverkeer
las rutas aéreas
=
de luchtroutes
el espacio aéreo / la atmósfera
=
het luchtruim
la aviación civil
=
de burgerluchtvaart
el avión / la aeronave
=
het vliegtuig
en avión
=
per vliegtuig
tomar el avión
=
het vliegtuig nemen
la flota
=
de vloot
el tipo de avión
=
het vliegtuigtype
el avión de gran capacidad
=
het wide-body vliegtuig
el Boeing 737 / 747
=
de Boeing 737 / 747
el DC 10
=
de DC 10
el Aerobús
=
de Airbus
el vuelo continental
=
de continentale vlucht
el vuelo intercontinental
=
de intercontinentale vlucht
el vuelo nacional / el vuelo doméstico
=
de binnenlandse vlucht
el vuelo de ida
=
de heenvlucht
el vuelo de vuelta
=
de terugvlucht
un billete de ida y vuelta
=
een retourticket
la hora punta
=
het piekuur
el vuelo regular / el vuelo de línea
=
de lijnvlucht
el vuelo chárter
=
de charter
el accidente de avión
=
het vliegtuigongeluk
secuestrar
=
kapen
el secuestrador
=
de kaper
el secuestro
=
de kaping
el pasajero
=
de passagier
el avión se ha derrumbado
=
het vliegtuig is neergestort
el rayo
=
de blikseminslag
el despegue abortado
=
de afgebroken start
el aterrizaje de emergencia
=
de noodlanding
la hora de salida
=
de vertrektijd
la hora de llegada
=
de aankomsttijd
embarcar
=
instappen
desembarcar
=
uitstappen
el retraso
=
de vertraging
aterrizar / tomar tierra
=
landen
el aterrizaje
=
de landing
despegar
=
starten
el despegue
=
de start
la subida
=
de stijging
la bajada
=
de daling
rodar (ue)
=
taxiën
desviar
=
uitwijken
la destinación
=
de bestemming
la escala de tránsito
=
de tussenlanding
el enlace
=
de aansluiting
perder el enlace
=
de aansluiting missen
alcanzar el enlace
=
de aansluiting halen
el desfase horario
=
de jetlag
la altitud
=
de hoogte
la presión del aire
=
de luchtdruk
la turbulencia / el remolino
=
de turbulentie
la seguridad
=
de veiligheid
las medidas de seguridad
=
de veiligheidsmaatregelen
las prescripciones de seguridad
=
de veiligheidsvoorschriften
el horario
=
de dienstregeling
la diferencia de hora
=
het tijdsverschil
la hora local
=
de lokale tijd
anunciar
=
aankondigen
arreglar
=
regelen
controlar
=
controleren