Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Latijn Nederlands
  • mors / mortis = dood
  • navis / navis = schip
  • vates / vatis = zieneres / profeet
  • sedes / sedis = zetel / stoel / woonplaats
  • beatus = gelukkig
  • sors / sortis = lot
  • gens / gentis = geslacht / stam / volk
  • anima = adem / ziel / leven
  • monstrare = tonen / aanwijzen / wijzen
  • lux / lucis = licht
  • fatum = lot / noodlot
  • docere = onderwijzen / informeren
  • ille / illa / illud = die / dat
  • regnare = regeren / regeren over
  • arx / arcis = burcht
  • mons / montis = berg
  • ponere = neerzetten / zetten
  • urbs / urbis = stad
  • iam = al / reeds
  • prodere = onthullen / meedelen / verraden
  • dicere = zeggen / spreken / noemen
  • primus = eerst
  • finis = grens / einde / doel
  • orbis = kring / kringloop
  • orbis terrarum = de aarde
  • orbis terrarum

    de wereld / de aarde

  • orbis terrarum = de wereld
  • orbis terrarum

    de wereld / de aarde

  • superbus = hoogmoedig / trots
  • civitas = staat
  • auctor = dader / aanstichter / schrijver
  • parere = gehoorzamen
  • imperium = macht / heerschappij
  • iustus = rechtvaardig
  • parcere = sparen
  • admonere = waarschuwen / herinneren
  • memoria = geheugen / herinnering
  • litterae = brief / wetenschap