DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Latijn
Eisma
Plinius 2022 basiswoorden
Blok 25 (Hfdst. 13, 2b/3a/b/c/d)
Basiswoorden bij het CE Latijn 2022
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Latijn
Nederlands
hic (bijw.)
=
hier
astrum
=
ster
ferus
=
wild / ruw
rex, regis
=
koning
moles, molis
=
massa / gevaarte / (groot) gewicht
miror (mirari)
=
bewonderen / zich verwonderen
aufero (auferre)
=
wegnemen / ontnemen
tectum
=
dak / huis
ager, agri
=
akker / land
umbra
=
schim / schaduw
ultimus
=
uiterste / laatste
notus
=
bekend
orbis, orbis (mnl.)
=
kring / wereld
poeta
=
dichter
gladius
=
zwaard
vulnus, vulneris (onz.)
=
wond
remitto (remittĕre)
=
terugsturen / loslaten
habito (habitare)
=
(be)wonen
cito (bijw.)
=
snel
rogo (rogare)
=
vragen
gero (gerĕre)
=
dragen / brengen / verrichten / uitvoeren
quinque (onverbuigbaar)
=
vijf
ait
=
hij / zij zegt / beweert / hij / zij zei / beweerde
modo . . . modo
=
nu eens . . . dan weer
decerno (decernĕre)
=
besluiten / beslissen
transeo (transire)
=
overgaan / overtrekken / voorbijtrekken / voorbijgaan (van tijd)
incipio (incipĕre)
=
beginnen
tres, trium
=
drie
pereo (perire)
=
omkomen / te gronde gaan