DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Latijn
Eisma
Minerva 2
Woorden 16A: De wonderbaarlijke raaf
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Latijn
Nederlands
ceteri (mv.)
=
overige(n)
metus, metus
=
angst / vrees
pudor, pudoris (m)
=
schaamte / eergevoel
prius (bijw.)
=
eerder / vroeger / tevoren / liever
consul, consulis (m)
=
consul
sese (
=
se)
permitto (permittĕre)
=
toevertrouwen / toestaan
progredior (progredi), progressus sum
=
voortgaan
obviam (bijw.)
=
tegemoet
obvius, -a, -um
=
tegemoet (komend)
consisto (consistĕre)
=
gaan staan / blijven staan
vis, acc. vim, abl. vi (v)
=
geweld / kracht / macht / invloed
quidam, quaedam, quoddam (cuiusdam)
=
zekere / enkele / enige
fio (fieri), factus sum
=
worden / gebeuren 3. gemaakt worden (pass. van facio)
fit
=
3e persoon ev. van fio (fieri)
inde (bijw.)
=
daarvandaan / vandaar (van plaats) / daarna (van tijd) 3. vandaar / daarom (van reden)
os, oris (o)
=
mond / gezicht
ubi
=
waar / zodra / wanneer
uterque, utraque, utrumque (utriusque)
=
(elk van) beide(n)
nixus / nisus
=
ppp van nitor (niti)
nitor (niti)
=
(+ abl.) steunen op / zich inspannen
opera
=
moeite / inspanning / hulp
ferox, -ox, -ox (ferocis)
=
strijdlustig / woest / fel
causa
=
reden / oorzaak / zaak / rechtzaak
quinque (onverbuigbaar)
=
vijf
bene (bijw.)
=
goed
uter, utra, utrum (utrius)
=
wie van beide(n) / welk van beide(n)?