Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Italiaans Nederlands
  • incontrare = ontmoeten
  • vecchio = oud (van vroeger)
  • un amico = een vriend
  • la sorpresa = de verrassing
  • che sorpresa! = wat een verrassing!
  • quanto = hoeveel
  • quanto tempo! = dat is lang geleden! (letterlijk: ‘hoeveel tijd!’)
  • senti = hoor eens/luister eens
  • non (...) più = niet meer
  • lo studente = de student
  • l’architettura = de architectuur
  • il ragazzo = de jongen
  • l’architetto = de architect
  • lo studio = hier: het kantoor
  • la famiglia = het gezin
  • tua moglie = jouw vrouw
  • l’amica = de vriendin
  • di = van
  • naturalmente = natuurlijk
  • la studentessa = de studente
  • la matematica = de wiskunde
  • sicuramente = zeker
  • l’insegnante = de leraar
  • il negozio = de winkel
  • il computer = de computer
  • vicino = dichtbij/in de buurt
  • che bello! = wat leuk!