Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Frans Nederlands
  • utiliser = gebruiken
  • protéger = beschermen
  • à cheval = te paard
  • pousser = groeien
  • couvert = bedekt
  • quotidien = dagelijks
  • hebdomadaire = wekelijks
  • l'humour = de humor
  • un espace = een plaats / een ruimte
  • plaisanter = grapjes maken
  • utile = nuttig
  • convaincre = overhalen
  • la piste de danse = de dansvloer
  • un baiser = een kus
  • s'embrasser = elkaar zoenen
  • arrêter = arresteren
  • soutenir = steunen
  • montrer = laten zien / tonen
  • remarquable = opvallend
  • la soupe aux pois = de erwtensoep
  • les haricots blancs = de witte bonen
  • les pois chiches = de kikkererwten
  • les pâtes = de pasta
  • le poisson = de vis
  • le hareng cru = de rauwe haring
  • la tarte aux pommes = de appeltaart
  • une gaufre = een wafel
  • louer = verhuren
  • appeler = opbellen
  • les environs = de omgeving
  • rappeler = terugbellen
  • la dune = het duin
  • la bruyère = de hei