Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Frans Nederlands
  • le tohu-bohu = de wanorde
  • la lutte = de strijd
  • la pancarte = het bord met opschrift
  • la pelouse = het grasveld
  • tellement / ainsi = zo
  • monter le chapiteau = de circustent opzetten
  • la tenue = de kleding
  • se relever = weer overeind komen
  • agité = opgewonden
  • effrayé = opgeschrikt
  • retenir son souffle = zijn adem inhouden
  • pousser un cri = een kreet slaken
  • écraser = verpletteren
  • le haras = de paardenfokkerij
  • élever = opvoeden
  • l’écurie = de paardenstal
  • à voix basse = zachtjes
  • plusieurs = vele
  • la remise des prix = de prijsuitreiking
  • la plupart = de meeste
  • la souris = de muis
  • le blé = het koren
  • sacré = heilig
  • un chat de gouttière = een gewone huiskat
  • descendre de = afstammen van
  • résister à = bestand zijn tegen
  • un croisement = een kruising
  • la chaise = de stoel
  • norvégien = Noors (m)
  • un plan = een plattegrond