DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Frans
Malmberg
D'accord3
1havo
1havo-H8-NF-expressions
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Frans
Nederlands
Elle s’appelle comment?
=
Hoe heet ze?
Où habitez-vous?
=
Waar wonen jullie?
Quand sont-ils à Paris?
=
Wanneer zijn ze in Parijs?
Qui est-ce?
=
Wie is dit?
Qu’est-ce que c’est?
=
Wat is dat?
Quel âge avez-vous?
=
Hoe oud bent u?
Quel temps fait-il?
=
Wat voor weer is het?
Quelle heure est-il?
=
hoe laat is het?
Tu arrives à quelle heure?
=
Hoe laat kom je aan?
C’est super!
=
Het is super!
C’est chouette!
=
Het is leuk / tof!
C’est joli!
=
Het is leuk!
C’est bon.
=
Het is lekker / goed.
C’est délicieux!
=
Het is heerlijk!
C’est top!
=
Het is geweldig!
C’est pas mal!
=
Het is niet slecht!
C’est bon marché.
=
Dat is goedkoop.
Ça me va.
=
Het staat me.
C’est nul!
=
Het is waardeloos!
C’est moche!
=
Het is lelijk!
Ce n’est pas joli.
=
Het is niet leuk.
Ce n’est pas bon.
=
Het is niet lekker.
C’est terrible.
=
Het is verschrikkelijk.
C’est trop grand.
=
Het is te groot.
C’est trop petit.
=
Het is te klein.
C’est cher.
=
Dat is duur.
Ça ne me va pas.
=
Het staat me niet.
J’aime bien la coupe.
=
Ik vind het model wel leuk.
J’aime la musique.
=
Ik houd van muziek.
J’adore danser.
=
Ik ben dol op dansen.
Je déteste le football.
=
Ik heb een hekel aan voetbal.
Je préfère le rugby.
=
Ik geef de voorkeur aan rugby.
Je n’aime pas trop la couleur.
=
Ik vind de kleur niet zo leuk.
Je n’aime pas le théâtre
=
Ik houd niet van toneel.