DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Frans
Malmberg
D'accord2
5havo
5havo-H2-FN
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Frans
Nederlands
agréable
=
aangenaam
au milieu de
=
in het midden van
chaleureux
=
hartelijk
d’après
=
volgens
être à la hauteur de
=
op het niveau zijn van
la lumière
=
het licht
la nourriture
=
het eten
le dragueur
=
de versierder
le témoignage
=
de getuigenis
les soldes
=
de uitverkoop
manquer de
=
gebrek hebben aan
pressé
=
gehaast
sale
=
vies
un voyage de noces
=
een huwelijksreis
une file d’attente
=
een rij wachtenden
une trace
=
een spoor
circuler / rouler
=
rijden
conserver / garder
=
behouden
contester / manifester
=
protesteren
faire du lèche-vitrine
=
winkels kijken
imaginaire
=
denkbeeldig
la berge / la rive
=
de oever
la cité
=
de stad
la voie / le chemin
=
de weg
le comptoir / le zinc
=
de bar
le Parigot
=
de Parijzenaar
le piéton
=
de voetganger
le renseignement
=
de inlichting
le shopping
=
het winkelen
les déjections
=
de uitwerpselen
omettre / oublier
=
vergeten
s’ennuyer
=
zich vervelen
une ambiance / une atmosphère
=
een sfeer
utile
=
nuttig
abriter
=
plaats bieden aan
audacieux
=
moedig
chargé de
=
belast met
concevoir
=
ontwerpen
dédié à
=
gewijd aan
endommagé
=
beschadigd
la passerelle
=
de loopbrug
la population
=
de bevolking
la poussière
=
het stof
le dommage
=
de schade
le peuple
=
het volk
le remède
=
de oplossing
relier
=
verbinden
remédier
=
verhelpen
restaurer
=
restaureren
une extrémité
=
een uiteinde
une ouverture
=
een opening
estimer
=
menen
exercer
=
uitoefenen
inventer
=
bedenken
l’angoisse / l’anxiété
=
de angst
la respiration
=
de ademhaling
le comédien
=
de acteur
le complément
=
de aanvulling
le métier
=
het beroep
particulier
=
bijzonder
respirer
=
ademhalen
savoir
=
weten
se rendre compte
=
beseffen
un format
=
een concept
une dizaine
=
een tiental
une prise
=
een opname
apprécier
=
waarderen
avoir de la chance
=
geluk hebben
avoir l’habitude
=
de gewoonte hebben
avoir la possibilité
=
de mogelijkheid hebben
bien aménagé
=
mooi opgeknapt
ça ne me dérange pas
=
dat vind ik niet erg
également
=
ook
en plein centre
=
midden in het centrum
faire le marché
=
naar de markt gaan
l’ouest
=
het westen
le dessin animé
=
het striptekenen
le long de
=
langs
le passe-temps
=
de hobby
le plus proche
=
de dichtstbijzijnde
le rez-de-chaussée
=
de begane grond
quasiment
=
zo ongeveer
sauf
=
behalve
se nourrir
=
eten
une occupation
=
een bezigheid
couler
=
stromen
la joie
=
de vreugde
la peine
=
het verdriet
s’en aller
=
weggaan
demeurer
=
blijven
tandis que / alors que
=
terwijl
éternel
=
eeuwig
l’espérance
=
de hoop
des soucis
=
zorgen
la source
=
de bron
le monde extérieur
=
de buitenwereld
en attendant
=
terwijl ze wacht
renverser
=
omgooien
humilier
=
vernederen
coincer
=
vastzitten
un os
=
een bot
raté
=
mislukt
par-dessus tout
=
boven alles
un amant
=
een minnaar
un remplaçant
=
een vervanger
un emballage
=
een verpakking
une hôtesse de l’air
=
een stewardess
le bol
=
de kom
repérer
=
opsporen
plonger
=
diep steken in
la crème brûlée
=
vanillepudding met een laagje gebrande suiker
la cuillère
=
de lepel
afin de
=
om ... te
auprès de
=
bij
échanger
=
ruilen
échapper
=
ontsnappen
insupportable
=
onuitstaanbaar
la recension
=
de boekbespreking
la vague
=
de golf
le cambrioleur
=
de inbreker
le destin
=
het lot
le gamin
=
de kwajongen
résister
=
zich verzetten
autoriser
=
toestaan
bon marché
=
goedkoop
davantage
=
meer
le foie gras
=
de ganzenlever
pulluler
=
wemelen
un escargot
=
een slak
dense
=
dicht
en cas de
=
in geval van
étanche
=
waterdicht
mouillé
=
nat
prévenir
=
waarschuwen
un incendie
=
een brand