Pourquoi pas - Deel 2

Woordenlijsten Pourquoi pas deel 2

Hier vind je de woordenlijsten van Pourquoi pas deel 2 van Intertaal.

Leer de woordjes makkelijk met Wozzol.

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Frans Nederlands
  • le corps = het lichaam
  • la sensation = het gevoel
  • avoir sommeil = slaap hebben
  • se sentir fatigué(e) = zich moe voelen
  • souvent = vaak
  • courant(e) = normaal / gewoon
  • l’adolescence = de puberteit
  • être en forme = in vorm zijn / fit zijn
  • tôt = vroeg
  • le lit = het bed
  • le conseil = het advies
  • la tête = het hoofd
  • l’oreille = het oor
  • le cou = de hals / de nek
  • le dos = de rug
  • les fesses = de billen
  • la jambe = het been
  • le nez = de neus
  • le dent = de tand
  • la bouche = de mond
  • le ventre = de buik
  • le bras = de arm
  • la main = de hand
  • le pied = de voet
  • parfois = soms / wel eens
  • Aïe ! = Au!
  • Ça fait mal ! = Dat doet zeer!
  • être fatigué(e) = moe zijn
  • avoir mal à = pijn hebben in / aan
  • avoir mal au dos = rugpijn hebben
  • avoir mal aux yeux = zere ogen hebben
  • l’œil = het oog
  • avoir mal aux dents = kiespijn hebben
  • avoir mal à la main = pijn in zijn hand hebben
  • trop (de) = te veel
  • beaucoup (de) = veel
  • porter = dragen
  • ne … pas assez (de) = niet genoeg
  • donner un conseil = advies geven
  • il faut … = je moet…
  • devoir … = moeten…
  • avoir mal à la tête = hoofdpijn hebben
  • avoir mal au ventre = buikpijn hebben
  • avoir mal aux jambes = zere benen hebben
  • avoir chaud = het warm hebben
  • avoir froid = het koud hebben
  • la gorge = de keel
  • l’épaule = de schouder
  • le genou = de knie
  • le doigt = de vinger
  • le doigt de pied = de teen
  • malade = ziek
  • la fièvre = de koorts
  • avoir mal au cœur = misselijk zijn
  • vomir = overgeven
  • les urgences = de Eerste Hulp
  • le docteur / le médecin = de dokter
  • l’infirmier = de verpleegkundige
  • le stress = de stress
  • se reposer = uitrusten
  • le repos = de rust / de pauze
  • se sentir bien = zich goed voelen