DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Frans
De Uitgeversgroep
Frans op A2-niveau
A2 - Deel Horeca - 1e editie
HOM/MBC/KOK FRA 1, Hoofdstuk 1
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Frans
Nederlands
sur demande
=
op aanvraag
la climatisation
=
airconditioning
la voiture
=
auto
à disposition
=
met beschikking over
disponible
=
beschikbaar
la commande
=
bestelling
confortable
=
comfortabel
insonorisé
=
niet gehorig
ouvert
=
geopend
fermé
=
gesloten
le feu de cheminée
=
haardvuur
compris / inclus
=
inbegrepen
un branchement pour Internet
=
internetaansluiting
le site Internet
=
Internetsite
le coffre-fort
=
kluisje
le journal
=
krant
le hall
=
lobby (hotel)
gratuit
=
gratis
le serveur
=
ober
un parking souterrain
=
ondergrondse parkeergarage
le petit-déjeuner
=
ontbijt
l’accueil
=
ontvangst
accueillir
=
ontvangen
au rez-de-chaussée
=
op de begane grond
au premier étage
=
op de eerste verdieping
garer
=
parkeren
demi-pension
=
half pension
pension complète
=
vol pension
service à l’étage
=
room-service
calme
=
rustig 1
tranquille
=
rustig 2
situé dans un endroit tranquille
=
rustig gelegen
la serveuse
=
serveerster
la gare
=
station
l’étoile
=
ster
la plage
=
strand
accès à
=
toegang tot
responsable
=
verantwoordelijk
préparation
=
(voor) bereiding
libre
=
vrij
dimanche
=
zondag
lundi
=
maandag
mardi
=
dinsdag
mercredi
=
woensdag
jeudi
=
donderdag
vendredi
=
vrijdag
samedi
=
zaterdag
janvier
=
januari
février
=
februari
mars
=
maart
avril
=
april
mai
=
mei
juin
=
juni
juillet
=
juli
août
=
augustus
septembre
=
september
octobre
=
oktober
novembre
=
november
décembre
=
december
aujourd’hui
=
vandaag
hier
=
gisteren
avant-hier
=
eergisteren
demain
=
morgen
après-demain
=
overmorgen
samedi dernier
=
afgelopen zaterdag
le matin
=
de ochtend, ‘s ochtends
à huit heures du matin
=
om 8 uur ‘s ochtends
ce matin
=
vanochtend
vendredi matin
=
vrijdagochtend
l’après-midi
=
de middag, ‘s middags
à trois heures de l’après-midi
=
om 3 uur ‘s middags
cet après-midi
=
vanmiddag
le soir
=
de avond, ‘s avonds
à huit heures du soir
=
om 8 uur ‘s avonds
ce soir
=
vanavond
dimanche soir
=
zondagavond
hier soir
=
gisterenavond