Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • woman = –s
  • shop assistant woman

    de verkoopster –s

  • be in a hurry = haast hebben
  • to be in a hurry

    haast hebben

  • before = voordat
  • small = klein
  • by chance, as it happens = toevallig
  • (to) try, to try on = proberen
  • what do you think of...? = hoe zit deze?
  • polite = beleefd
  • it looks very nice on you = hij staat je heel goed
  • splendid, beautiful = prachtig
  • man = –s
  • shop assistent man

    de verkoper –s

  • the last one = de laatste
  • in black = in het zwart
  • I'll have both = doet u ze allebei maar
  • both = allebei
  • anything else? = anders nog iets?
  • under, underneath = onder
  • history = de geschiedenis
  • simple = eenvoudig
  • in Dutch = in het Nederlands
  • it is about = het gaat over
  • war years = de oorlogsjaren
  • particular / particularly; here: special = bijzonder
  • famous = beroemd
  • is = staat
  • quiet / quietly; here: by all means = rustig
  • indeed = inderdaad
  • all, everybody, everything = allemaal
  • because, for = want
  • heavy = zwaar
  • all three of them = ze alle drie