DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Prisma - Dutch for self-study
Cursus - 1e editie
Hoofdstuk 2 - Les 2
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
(to) send an e-mail
=
mailen
(to) make a call
=
bellen
can (see Grammar Section 8)
=
kunnen
(to) help
=
helpen
from ‘kunnen'
=
kan
(to) access the Internet
=
internetten
right
=
precies
behind
=
achter
silly, stupid
=
dom
of
=
van
from ‘weten'
=
weet
(to) know
=
weten
(to) stand (here: is)
=
staan
oh no! oh dear!
=
o jee!
it (see Grammar Section 11) / that
=
die
(to) lie, to be situated (here: is)
=
liggen
at home
=
thuis
information (here: Directory Enquiries)
=
Inlichtingen
a Dutch telephone company
=
KPN
(to) give
=
geven
(to) spell
=
spellen
just a moment
=
(een) ogenblikje
well
=
nou / zo
engaged
=
in gesprek
then
=
dan
later
=
straks
or
=
of
from ‘sturen'
=
stuurt
(to) send
=
sturen
consists of
=
bestaat uit
alphabet
=
het alfabet
from ‘hebben'
=
heeft
have (see Grammar Section 8)
=
hebben
on
=
op
(to) say
=
zeggen
how
=
hoe
old
=
oud
nearly, almost
=
bijna
nice, enjoyable
=
gezellig
(to) mean
=
bedoelen
really
=
eigenlijk
what / a bit
=
wat
your
=
je
from ‘willen'
=
wil
(to) want (see Grammar Section 8)
=
willen
could you?
=
wil je / wilt u?
slow / slowly
=
langzaam
(to) talk, here: to speak
=
praten
please
=
alsjeblieft / alstublieft
from ‘zullen'
=
zal
will, shall
=
zullen
just
=
even
(to) bring
=
brengen
yes, please
=
graag
in full
=
voluit
country of origin
=
het geboorteland
sex
=
het geslacht
male / female
=
m / v / man / vrouw
strike out whichever is not applicable
=
doorhalen wat niet van toepassing is