Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • all sorts of bother = allerlei problemen
  • decent = netjes
  • familiar = bekend
  • flimsy = dun
  • in my experience = naar mijn ervaring
  • noticeable = noemenswaardig
  • poor = slecht
  • portable = draagbaar
  • rewritable = herschrijfbaar
  • sensible = redelijk
  • sleek = gelikt
  • smooth = zacht
  • speedy = snel
  • the advantage = het voordeel
  • the cloud storage = de cloudopslag
  • the connection = de verbinding
  • the display = het display
  • the drawback = het nadeel
  • the equipment = de apparatuur
  • the evidence = het bewijs
  • the extent / the scope = de omvang
  • the fate = het noodlot
  • the fault = de storing
  • the flash storage = de flashopslag
  • the folders = de mappen
  • the gist = de kern
  • the hard drive = de harde schijf
  • the internet has gone down = de internetverbinding is uitgevallen
  • the ISP = de internetprovider
  • the keys = de toetsen
  • the lack = het ontbreken
  • the line test = de kabeltest
  • the machines = de apparaten
  • the mobile PC = de mobiele pc
  • the operating system (OS) = het besturingssysteem
  • the opinion = de mening
  • the performance = de prestatie
  • the purpose = het doel
  • the share = het aandeel
  • the skill = de vaardigheid
  • the solution = de oplossing
  • the telecoms provider = het telecom(municatie)bedrijf
  • to acquire / to obtain = verwerven
  • to be bound to = voorbestemd zijn
  • to be in all sorts of bother = in de problemen zitten
  • to betray = verraden
  • to browse = bekijken
  • to check = controleren
  • to complain = klagen
  • to concern = betreffen
  • to consider = overwegen
  • to deal with = behandelen
  • to ditch = aan de kant zetten
  • to figure out = uitzoeken
  • to fix = repareren
  • to fulfill = vervullen
  • to get back to someone = ergens bij iemand op terugkomen
  • to get something sorted = iets oplossen
  • to hold = aan de lijn blijven
  • to leave a message = een bericht achterlaten
  • to make sense = logisch zijn
  • to persuade = overtuigen
  • to progress = vooruitgaan
  • to provide = leveren
  • to put someone through = iemand doorverbinden
  • to raise something with someone = iets bij iemand onder de aandacht brengen
  • to recommend = aanbevelen
  • to register a complaint = een klacht indienen
  • to shed some light on something = licht werpen op iets
  • to store = opslaan
  • to suffer = lijden
  • to suggest = voorstellen
  • to summarise = samenvatten
  • to support = ondersteunen
  • to swap = vervangen
  • to take a message = een bericht aannemen
  • triple = drievoudig
  • virtually = nagenoeg