Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • accounting = boekhouden
  • active = actief
  • agree = eens zijn met
  • apply = solliciteren
  • background = achtergrond
  • book = boeken
  • bright = fel
  • cute = schattig
  • decide = beslissen
  • definitely = zeker
  • draw up = opmaken
  • everything = alles
  • fill in = invullen
  • light = licht
  • literally = letterlijk
  • lovely = mooi
  • nothing = niets
  • nowhere = nergens
  • nursing = verpleegkunde
  • pass = slagen voor
  • pay = betalen
  • pick up (the telephone) = (de telefoon) opnemen
  • quite = nogal
  • repeat = herhalen
  • separately = apart
  • soft = zacht
  • split = opsplitsen
  • stay = blijven
  • suggest = voorstellen
  • the appointment = de afspraak
  • the cash = het contante geld
  • the clothes = de kleren
  • the credit card = de creditkaart
  • the diary = de agenda
  • the fan = de ventilator
  • the flat = het appartement
  • the form = het formulier
  • the opportunity = de gelegenheid
  • the police force = de politie
  • the price range = het budget
  • the sandwich = het broodje
  • the suggestion = het voorstel
  • the volunteer = vrijwilliger
  • to lend = lenen aan
  • tourism = toerisme
  • wonder = zich afvragen