Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • furnace = oven
  • around = ongeveer
  • stage = stadium
  • a piece of = een stuk
  • sharp = scherp
  • spoil = verknoeien
  • melt = smelten
  • liquid = vloeistof
  • syrup = stroop
  • mould = vorm
  • draw out = uittrekken
  • flat sheet = vlakke plaat
  • basically = eigenlijk
  • blow bubbles = bellen blazen
  • detach = eraf halen
  • by hand = met de hand
  • once = zodra
  • strengthen = versterken
  • load = laden
  • delivery = bezorging
  • process = verwerken
  • manufacture = maken
  • whole milk = volle melk
  • skimmed milk = magere melk
  • cap = dop
  • stack = opstapelen
  • store = opslaan
  • hive = bijenkorf
  • honeycomb = honingraat
  • gooey = kleverig
  • beekeeper = imker
  • pine = dennenboom
  • descendants = afstammelingen
  • cover = deksel
  • razor = scheermes
  • spin = draaien
  • jar = pot
  • skeleton = skelet
  • bone = bot
  • muscle = spier
  • spine = ruggengraat
  • vertebrae = ruggenwervels
  • skull = schedel
  • rib cage = borstkas
  • heart = hart
  • lung = long
  • pelvis = bekken
  • joint = gewricht
  • elbow = elleboog
  • muscle fibre = spiervezel
  • growth = groei
  • endure = doorstaan
  • nutritional habits = eetgewoonten
  • thorough = grondig
  • tutorial = handleiding
  • wardrobe = kledingkast
  • avoid = vermijden
  • scratch = kras
  • dent = deuk
  • nuts = moeren
  • side panel = zijpaneel
  • indicated = aangegeven
  • peg = pin
  • unstable = instabiel
  • nails = spijkers
  • remaining = overblijvende
  • shelf = plank
  • drill = boor
  • door handle = deurknop
  • hinge = scharnier
  • snap = klikken