DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
Realtime
3h
3h-H5-NE
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
food
=
eten / voedsel
fast
=
vasten
allotment
=
volkstuin
association
=
vereniging
gather
=
verzamelen
go ahead
=
doorgaan
stall
=
kraampje
saucer
=
schoteltje
thumb
=
duim
little finger
=
pink
dye
=
verven
birth
=
geboorte
bride
=
bruid
treacle
=
stroop
porridge
=
pap
groom
=
bruidegom
bucket
=
emmer
whistle
=
gefluit / fluitje / fluiten
onlooker
=
toeschouwer
observation
=
waarneming
unite
=
verbinden
perform
=
uitvoeren
ritual
=
ritueel / vaste gewoonte
dressing room
=
kleedkamer
concentrate / focus
=
concentreren
get dressed
=
aankleden
drink / drink – drank – drunk
=
drinken
anxious
=
bezorgd / ongerust
superstition
=
bijgeloof
strategy
=
methode / strategie
belief
=
geloof
label
=
etiket
circumstance
=
situatie / omstandigheid
previous
=
vorig
teabag
=
theezakje
insist
=
staan op / eisen
jaw
=
kaak
obviously
=
natuurlijk / uiteraard
originate in
=
stammen uit
frankly
=
eerlijk gezegd
soak
=
weken
remedy
=
remedie / medicijn
peace
=
vrede
release / free / liberate
=
bevrijden / vrijlaten
awareness
=
besef / bewustzijn
confidence / self-confidence
=
zelfvertrouwen
strengthen
=
versterken
care
=
zorg
marriage
=
huwelijk
tension
=
spanning
tune
=
stemmen (instrumenten) / stemmen
pause
=
stoppen / pauzeren
exchange
=
uitwisseling / uitwisselen
respond
=
reageren
polite
=
beleefd
attend
=
deelnemen aan
tribe
=
stam
hunt
=
jagen
in public
=
in het openbaar
in private
=
privé
permit
=
toestaan
naked
=
naakt
supervise
=
toezicht houden / toezicht houden op
puberty
=
puberteit
be similar to
=
veel lijken op / lijken op
skull
=
schedel
possessions
=
bezittingen
thirst
=
dorst
exhaust
=
verbruiken / uitputten
supply
=
voorraad
battle
=
strijd / gevecht
enemy
=
vijand
stage
=
fase
limit to
=
beperken tot