DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
Realtime
3h
3h-H2-NE
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
create
=
ontwerpen
game console
=
spelcomputer
nowadays
=
tegenwoordig
role-playing game
=
rollenspel
change your mind
=
van gedachten veranderen
borrow
=
lenen
reveal
=
onthullen
suspect
=
verdenken
clue
=
aanwijzing
almost
=
bijna
define
=
definiëren
likely
=
waarschijnlijk
mostly
=
voornamelijk
memory
=
geheugen
hardly
=
nauwelijks
especially
=
vooral
cure
=
genezen
illness
=
ziekte
influence
=
beïnvloeden
outcome
=
resultaat / uitslag
brand-new / brand new
=
gloednieuw
movement
=
beweging
appeal to
=
aanspreken
available
=
beschikbaar
independent
=
onafhankelijk
form
=
formulier
sheet
=
vel / blad
danger
=
gevaar
difficulty
=
moeilijkheid / probleem
universe
=
heelal
portable
=
draagbaar
worldwide
=
wereldwijd
announcement
=
mededeling
innovative
=
vernieuwend
currently
=
momenteel / nu
lazy
=
lui
educational
=
leerzaam / educatief
search
=
zoeken
layer
=
laag
separate
=
apart / los van elkaar
participant
=
deelnemer
slightly
=
een beetje / enigszins
line
=
rij
turn
=
beurt (bij een spel) / beurt
whisper
=
fluisteren
remain
=
blijven
take a seat
=
gaan zitten
and so on / and so forth
=
enzovoort
tile
=
tegel
connect
=
verbinden
appear
=
verschijnen
tray
=
bakje / vakje
pile
=
stapel / hoop
terrific
=
geweldig / fantastisch
spider
=
spin
felt-tip pen / felt-tip
=
viltstift
numerous
=
veel / talrijke
hand out
=
uitdelen
appropriate
=
geschikt / toepasselijk
casual
=
informeel
personality
=
persoonlijkheid / karakter
co-worker
=
collega
encourage
=
aanmoedigen / stimuleren
messy
=
rommelig
murder
=
moord
mystery
=
mysterie
meanwhile
=
ondertussen
charity
=
goed doel
auction
=
veiling
thief
=
dief
fail
=
falen / niet slagen
occasion
=
gelegenheid
fee
=
vergoeding
intrigue
=
nieuwsgierig maken / intrigeren