Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • smile = lachen / glimlachen
  • pass = aangeven
  • wear - wore - worn / wear = dragen (kleding) / dragen
  • hill = heuvel
  • nod = knikken
  • unusual = ongebruikelijk
  • reason = reden
  • misunderstand = verkeerd begrijpen
  • confused = verward / in de war
  • celebrate = vieren
  • refuse = weigeren
  • point = wijzen
  • wave = zwaaien
  • main = belangrijkste / hoofd
  • village = dorp
  • championship = kampioenschap
  • curly = krullend
  • immediately = meteen
  • towards = naar / richting
  • horse riding / horseback riding = paardrijden
  • redhead = roodharige
  • freckles = sproeten
  • quite strong = vrij sterk
  • cheerful = vrolijk / opgewekt
  • distance = afstand
  • mountain = berg
  • exist = bestaan
  • ages ago = eeuwen / vele jaren geleden
  • history = geschiedenis
  • opinion = mening
  • rock = rots
  • dinner = avondeten / diner
  • confirm = bevestigen
  • guide = gids
  • Kind regards = Met vriendelijke groet
  • breakfast = ontbijt
  • personal details = persoonlijke gegevens
  • traveller = reiziger
  • book = reserveren
  • reservation = reservering
  • fly - flew - flown / fly = vliegen