Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • baseball glove = honkbalhandschoen
  • device = apparaat
  • draw = tekenen
  • fad / hype = hype
  • fit = passen
  • glue = lijmen
  • lace = veter
  • mess / litter = rotzooi / rommel
  • notice board = mededelingenbord
  • personalize = persoonlijk maken
  • pillow = kussen
  • scratch = kras
  • sew = naaien / aannaaien
  • stain = vlek
  • anti-social = asociaal
  • butterfly = vlinder
  • court = speelveld
  • gym = fitnessruimte
  • litter = afval
  • local = plaatselijk / van de wijk
  • loud = luidruchtig
  • mayor = burgemeester
  • public = openbaar
  • resident = bewoner
  • rundown = verwaarloosd / vervallen
  • turn up = komen opdagen / komen / verschijnen
  • vote = stemmen
  • ache = pijn
  • bald = kaal
  • cheer = toejuichen / juichen
  • disadvantage = nadeel
  • either = ook niet
  • flat = plat
  • get involved in = betrokken raken bij
  • not yet = nog niet
  • patch = vlek / stukje
  • root = wortel
  • rub = wrijven
  • sensible = verstandig
  • straight = steil
  • tip = puntje
  • afford = zich veroorloven
  • overseas = naar het buitenland
  • paint remover = verfverwijderaar
  • remain = blijven
  • sandpaper = schuurpapier
  • spray paint = met verf spuiten
  • wardrobe = kleerkast / garderobe