Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • announcement = aankondiging / omroepbericht
  • belly dancer = buikdanseres
  • build = opbouwen / bouwen
  • equipment = uitrusting / apparatuur
  • exciting = spannend
  • fair = markt
  • market stall = marktkraam
  • meeting = vergadering / bijeenkomst
  • next = volgende
  • skills = vaardigheden
  • stuff = spullen / dingen
  • volunteer = vrijwilliger
  • car park = parkeerplaats
  • classmate = klasgenoot
  • delicious = heerlijk
  • go round = rondgaan
  • invite = uitnodigen
  • join in = meedoen
  • loads of / lots of = heel veel
  • practice = oefening / training
  • record attempt = recordpoging
  • reporter = verslaggever
  • They’re off! = Ze zijn gestart!
  • above = boven
  • bridge = brug
  • change into = omkleden
  • comfortable = prettig zittend
  • damage / break = beschadigen
  • damage = beschadigen / slecht zijn voor
  • I'm thirsty = ik heb dorst
  • layer = laag
  • reach = bereiken
  • skin = huid
  • space = ruimte
  • tight = strak zittend
  • board = plaat / bord
  • collect money = geld inzamelen
  • garage sale / car boot sale = verkoop aan de straat
  • guess = raden
  • junk = rommel
  • organise = organiseren
  • owner = eigenaar
  • take care of = verzorgen / zorgen voor
  • walk a dog = hond uitlaten