Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • rollercoaster = achtbaan
  • accessible = toegankelijk
  • annual / yearly = jaarlijks
  • any = willekeurig welke / welke ook maar
  • area = gebied
  • as soon as = zodra
  • at least = tenminste
  • bathe = baden
  • browse = snuffelen op / snuffelen / rondneuzen
  • by the way / incidentally = trouwens
  • Caution! = Voorzichtig!
  • condition = gezondheidsprobleem / omstandigheid
  • disability = handicap
  • disabled = gehandicapt
  • earthquake = aardbeving
  • entertainment = vermaak / vertier
  • entry = toegang
  • equipment = gerei / spullen
  • explore = verkennen
  • float = opblaasbare band
  • general = algemeen
  • government = regering
  • guess / suppose / think = denken / aannemen
  • hard / difficult = moeilijk
  • helmet = helm
  • hop on = instappen
  • hop off = uitstappen
  • in advance = van tevoren
  • in reverse = in omgekeerde richting
  • interrupt = in de rede vallen
  • keyword = trefwoord
  • lightning = bliksem
  • loads of = veel
  • loop = lus
  • member of staff / staff member = medewerker
  • memorial = gedenkteken
  • motion sickness = reisziekte
  • obey = houden aan / gehoorzamen
  • on top of = bovenop
  • performer = entertainer
  • pleasure = plezier hebben / amusement
  • pregnant = zwanger
  • raft = reddingsvlot / rubberen reddingsvlot
  • register = inschrijven
  • restriction / limit = beperking
  • risk = risico
  • season ticket = seizoenskaart
  • sign = tekenen
  • slippery = glad
  • spicy / hot = pittig / scherp
  • spin = ronddraaien
  • spokesperson = woordvoerder
  • suffer from = lijden aan
  • supervision = toezicht
  • take part in = meedoen aan
  • tight = strak
  • trunks = zwembroek
  • unlimited = onbeperkt
  • volcano = vulkaan
  • wet = nat