Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Latijn Nederlands
  • oculos = oculus, het oog
  • nigram = niger, zwart
  • ore = os, 1. de mond 2. het aangezicht
  • plenis = plenus, 1. vol 2. + gen.: vol van / met
  • capite = caput, 1. het hoofd 2. de hoofdstad 3. het hoofdstuk
  • tulisti = ferre, 1. dragen 2. brengen
  • inimicum = inimicus, de (persoonlijke) vijand
  • senatui = senatus, de senaat
  • populum = populus, het volk
  • receperunt = recipere, 1. terugnemen 2. ontvangen
  • iure = ius, het recht
  • vestem = vestis, kleed, kleding
  • usus sum = uti, gebruiken
  • manibus = manus, 1. de hand 2. de troep
  • fatebitur = fateri, bekennen
  • vinum = vinum, de wijn
  • armis = arma, de wapens
  • equo = equus, het paard
  • labore = labor, 1. de moeite 2. de zware arbeid
  • rebus = res, de zaak, het ding
  • publicos = publicus, 1. officieel 2. openbaar
  • rem publicam = res publica, de staat
  • facilium = facilis, gemakkelijk
  • facile = facile, gemakkelijk
  • passi sunt = pati, 1. lijden, verdragen, toestaan 2. ondervinden
  • agmina = agmen, colonne, leger in marsorde
  • pedibus = pes, de voet
  • texit = tegere, bedekken
  • solem = sol, de zon
  • viis = via, de weg
  • exercitu = exercitus, het leger
  • credidi = credere, 1. toevertrouwen 2. vertrouwen stellen in 3. geloven
  • celeritate = celeritas, de snelheid
  • confecimus = conficere, 1. maken 2. afmaken, ombrengen
  • nuntio = nuntius, 1. de bode 2. het bericht
  • retinete = retinere, 1. terughouden 2. behouden
  • flumine = flumen, de rivier
  • super = super, boven
  • quia = quia, omdat
  • huius = hic, deze / dit ... (hier)
  • ob = ob, omwille van
  • libenter = libenter, graag
  • ad = ad, 1. tot bij, naar 2. bij
  • numquam = numquam, nooit
  • sive = sive, hetzij
  • cum = cum, met
  • de = de, 1. over, in verband met 2. van … af
  • vel = vel, of