Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • to charge = beschuldigen
  • They are going to charge the thief with his crime.

    Ze gaan de dief beschuldigen van zijn misdaad.

  • the spate = de stroom
  • de stroom vloed, overstroming

  • the count = het feit van de tenlastelegging
  • The lawyer was preparing for the count.

    De advocaat was aan het voorbereiden voor het feit van de tenlastelegging.

  • endanger = in gevaar brengen
  • She would never (to) endanger his life.

    Zij zou nooit zijn leven in gevaar brengen.

  • the council office = het stadskantoor, het gemeentehuis
  • The mayor is working in the council office.

    De burgemeester is aan werken in het stadskantoor, het gemeentehuis

  • the funeral parlour = het uitvaartbedrijf
  • the funeral parlour is preparing my fathers funeral.

    het uitvaartbedrijf is mijn vaders begrafenis aan het voorbereiden.

  • the thatched cottage = het huisje met een rieten dak
  • The poor family lived in the thatched cottage .

    Het arme gezin woonde in het huisje met een rieten dak.

  • be remanded in custody = in voorlopige hechtenis gehouden worden
  • The thief will (to) be remanded in custody until his trial.

    De dief wordt in voorlopige hechtenis gehouden worden tot zijn rechtszaak.

  • the gale = de stormachtige wind
  • The tree fell during the gale.

    De boom viel om tijdens de stormachtige wind.

  • to reignite = oplaaien
  • The reunion is going to reignite old disagreements.

    De reünie zal oude meningsverschillen doen oplaaien.

  • tear gas canister = traan gas(fles)
  • The police used (the) tear gas canister to scare away protesters.

    De politie gebruikte (de) traan gas(fles) om demonstranten weg te jagen.

  • unharmed = ongedeerd
  • The victims were unharmed.

    De slachtoffers waren ongedeerd.

  • beaming smile = stralende lach
  • The new boy has a beaming smile.

    De nieuwe jongen heeft een stralende lach.

  • the mistaken identity = de persoonsverwisseling
  • The police was working on the case of the mistaken identity.

    De politie werkte aan de zaak van de persoonsverwisseling.

  • the gatehouse = de portierswoning
  • the gatehouse is at the gate.

    de portierswoning is bij het hek.

  • to affect = beïnvloeden, treffen
  • The rain is going to affect the grass.

    De regen zal het gras beïnvloeden, treffen.

  • the premises = het pand
  • The police decided to clear the premises.

    De politie besloot het pand te ontruimen.

  • the family room = de familiekamer
  • The mother took the baby to the family room of the hotel.

    De moeder nam de baby naar de familiekamer van het hotel.

  • to reassure = verzekeren van
  • The police needed to reassure the victims of his safety.

    De politie moest het slachtoffer verzekeren van zijn veiligheid.

  • loved ones = dierbaren
  • All of us have lost loved ones.

    Iedereen heeft dierbaren verloren.

  • be devastated = kapot van zijn
  • If he finds out he will (to) be devastated.

    Als hij erachter komt zal hij er kapot van zijn.

  • to carry on = doorgaan
  • You have got to carry on the show.

    Je moet de show laten doorgaan.

  • differ = botsen
  • The opinion will (to) differ.

    De meningen zullen botsen.

  • extensive = grootschalig
  • An extensive investigation pointed him out as the criminal.

    Een grootschalig onderzoek wees hem aan als de crimineel.

  • make an attempt = een poging ondernemen
  • I will (to) make an attempt to learn English.

    Ik zal een poging ondernemen om Engels te leren.

  • put into place = in (te) voeren
  • It is recommended that a standard format be put into place.

    Er wordt aanbevolen een standaardformat in (te) voeren.