Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • to burn = aanbranden
  • pineapple = ananas
  • bland = flauw
  • ginger = gember
  • chunk = (groot) stuk; brok
  • garlic = knoflook
  • tender = mals
  • to marinate = marineren
  • undercooked = niet helemaal gaar
  • mushy = papperig
  • (bell) pepper = paprika
  • chilli = pepertje
  • raw = rauw
  • to roast = roosteren; grillen
  • tasteless = smakeloos
  • chewy = taai
  • overcooked = te gaar
  • tropical = tropisch
  • pork = varkensvlees
  • seafood = zeevruchten
  • I’m afraid that this dish is below the standard I am used to. = Ik vrees dat dit gerecht niet zo goed is als ik gewend ben.
  • I hate to trouble you, but there’s a hair in my soup. = Sorry dat ik u lastigval, maar er zit een haar in mijn soep.
  • I'm sorry to say this, but this dish is terrible. = Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar dit gerecht is vreselijk.
  • I would like to complain about the service. = Ik wil een klacht indienen over de service.
  • Excuse me, there appears to be something wrong with my order. = Pardon, er lijkt iets mis te zijn met mijn bestelling.
  • I'm so sorry to hear that, madam. = Vervelend om te horen, mevrouw.
  • My sincerest apologies, sir. = Mijn oprechte verontschuldigingen, meneer.
  • I’m very sorry, but this is a matter of taste. = Het spijt me erg, maar dat is een kwestie van smaak.
  • I assure you, this will never happen again. = Ik verzeker u dat dit nooit meer zal gebeuren.
  • Pardon me, sir, but there's nothing wrong with this dish. = Neem me niet kwalijk, meneer, maar er is niets mis met dit gerecht.
  • How do you propose to solve this? = Hoe stelt u voor dit op te lossen?
  • I propose that I ask the kitchen to prepare you a new plate. = Ik stel voor dat ik de keuken vraag om een nieuw gerecht voor u te maken.
  • I can offer them to you on the house. = Ik kan ze op kosten van de zaak aanbieden.
  • What alternatives are available? = Wat voor alternatieven zijn er beschikbaar?
  • I would be grateful if you could provide me with a solution. = Ik zou u dankbaar zijn als u een oplossing kon bieden.
  • The best we can do is offer you another dish. = Het beste wat we kunnen doen is u een ander gerecht aanbieden.
  • I promise you I’ll speak to the chef and my staff. = Ik beloof dat ik met de kok en mijn personeel zal praten.
  • The least you could do is offer us a discount. = Het minste wat u zou kunnen doen is ons korting bieden.
  • This is hardly an appropriate solution. = Dit is niet bepaald een passende oplossing.
  • That is exactly what I hoped for, thank you. = Dat is precies waar ik op hoopte, dank u.
  • Yes, I think I’d be happy with that. = Ja, daar zou ik wel tevreden mee zijn.
  • Thank you, that seems like a good option. = Dank u, dat lijkt me een goede optie.
  • I’m not satisfied with your proposal. = Ik ben niet tevreden met uw voorstel.
  • I’m afraid that’s not good enough for me. = Ik ben bang dat dat niet goed genoeg is voor mij.
  • This won’t do at all! = Hier neem ik absoluut geen genoegen mee!