DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
VMBO-T/HAVO - Leerjaar 2
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 6.3
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
to hire
=
aannemen
labour
=
arbeid
colleague
=
collega
communication
=
communicatie
knowledge
=
kennis
leadership
=
leiderschap
to quit
=
ontslag nemen
teamwork
=
samenwerking
applicant
=
sollicitant
(job) interview
=
sollicitatiegesprek
to apply for
=
solliciteren; (zich) aanmelden
internship
=
stage
skill
=
vaardigheid
employer
=
werkgever
unemployed
=
werkloos
employee
=
werknemer
working hours
=
werktijden
job seeker
=
werkzoekende
What did you want to be when you were younger?
=
Wat wilde je worden toen je jonger was?
I always saw myself as someone who would help animals.
=
Ik zag mezelf altijd als iemand die dieren zou gaan helpen.
When I was younger I wanted to become a vet.
=
Ik wilde dierenarts worden toen ik jonger was.
Who did you look up to when you were younger?
=
Tegen wie keek je op toen je jonger was?
I admired people who ran conservation projects.
=
Ik bewonderde mensen die aan projecten voor natuurbehoud werkten.
Where do you see yourself in the future?
=
Waar zie jij jezelf in de toekomst?
I imagine myself working for a charity.
=
Ik zie mezelf werken voor een liefdadigheidsinstelling.
What kind of work would you like to do?
=
Wat voor werk zou je graag willen doen?
I think I would be a good animal caretaker.
=
Ik denk dat ik een goede dierenverzorg(st)er zou zijn.
I’ve always dreamed of becoming a conservationist.
=
Ik heb er altijd van gedroomd om natuurbeschermer te worden.
What do you like to do in your spare time?
=
Wat doe je graag in je vrije tijd?
I’ve always been very interested in working with wild animals.
=
Ik heb altijd interesse gehad in het werken met wilde dieren.
We usually start our day with chores.
=
Normaal beginnen we onze dag met klusjes.
What are your strengths and weaknesses?
=
Wat zijn je sterke en zwakke punten?
I’m a hard worker, but I need to work on my patience.
=
Ik ben een harde werker, maar ik moet werken aan mijn geduld.
Are you willing to do chores?
=
Zou je klusjes willen doen?
Yes, I’d be happy to help out at home.
=
Ja, ik ben bereid om thuis te helpen.
Would you mind sharing a room with another volunteer?
=
Zou je het erg vinden om een kamer te delen met een andere vrijwilliger?
I’d prefer (not) to sleep in a dormitory.
=
Ik zou liever (niet) in een slaapzaal slapen.
I’m prepared to get up early and do hard work.
=
Ik ben bereid om vroeg op te staan en hard te werken.