Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • touching = aandoenlijk
  • gift; present = cadeautje
  • graduation = diploma-uitreiking
  • to dress up = formeel kleden; verkleden
  • custom = gewoonte; gebruik
  • to wrap = inpakken
  • anniversary = jubileum
  • public holiday = nationale feestdag
  • Easter = Pasen
  • to take place = plaatsvinden
  • to invite = uitnodigen
  • invitation = uitnodiging
  • to gather = verzamelen
  • to celebrate = vieren
  • day off = vrije dag
  • to be embarrassed = zich generen (schamen)
  • As a result, people started dancing around! = Daardoor begon iedereen te dansen!
  • Have I ever told you the story about St. Patrick’s Day last year? = Heb ik je ooit dat verhaal verteld over St Patrick’s Day (van) afgelopen jaar?
  • However, they only had two green outfits. = Ze hadden echter maar twee groene outfits.
  • I bet the people on the bus had a good laugh. = Ik durf te wedden dat de mensen in de bus er flink om gelachen hebben!
  • I ended up taking the first bus back. = Ik heb (uiteindelijk) dus maar de eerste bus terug genomen.
  • I don’t think I’ve ever felt so lucky in my life! = Ik denk niet dat ik me ooit zo gelukkig heb gevoeld.
  • It started off as usual. = Het begon zoals altijd.
  • It was quite embarrassing, actually! = Het was best gênant, eigenlijk.
  • Next thing I knew, I heard a loud, ripping sound. = Opeens hoorde ik een hard, scheurend geluid.
  • When I looked around, I saw that everyone was having a great time. = Toen ik om me heen keek, zag ik dat iedereen het naar zijn zin had.