Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • to bark = blaffen
  • to bleat = blaten
  • goose; geese = gans; ganzen
  • crop = gewas
  • rooster = haan
  • lamb = lam
  • easy-going = makkelijk in de omgang
  • driver’s licence = rijbewijs
  • sheep; sheep = schaap; schapen
  • barn = schuur
  • stable = stal
  • bull = stier
  • skill = vaardigheid
  • cattle = vee (runderen)
  • forbidden = verboden
  • pond = vijver
  • to feed = voeren
  • meadow = wei(de)
  • to sow = zaaien