Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • available = beschikbaar
  • to order = bestellen
  • hat = hoed
  • on sale = in de uitverkoop
  • to choose = kiezen
  • customer = klant
  • material = materiaal
  • to need = nodig hebben
  • socks = sokken
  • flip-flops = teenslippers
  • to return = terugbrengen
  • different = verschillend
  • half-price = helft van de prijs
  • shop = winkel
  • shopping basket = winkelmandje
  • wool = wol
  • without = zonder
  • sunglasses = zonnebril