Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • burnt = aangebrand
  • on the side = ernaast; op een ander bord
  • bland = flauw
  • delicious = heerlijk
  • cheese platter = kaasplank
  • to complain = klagen
  • soggy = klef
  • spoon = lepel
  • waiter = ober
  • to go = om mee te nemen
  • bill = rekening
  • scrambled eggs = roerei
  • stew = stoofpot
  • tough = taai
  • appetizer = voorgerecht
  • I’d like to get a different dish. = Ik zou graag een ander gerecht krijgen.
  • Our visit to your restaurant was not what we were hoping for. = Ons bezoek aan uw restaurant is niet waar we op gehoopt hadden.
  • I didn’t enjoy my meal, to be honest. = Ik heb niet genoten van mijn maaltijd, om eerlijk te zijn.
  • We’re very pleased with that offer. = We zijn erg tevreden met dat aanbod.
  • The service could (not) have been better. = De service had (niet) beter gekund.
  • I will bring you a new pastry in a minute. = Ik zal u zo een nieuw gebakje brengen.
  • I will talk to the chef and have this replaced immediately. = Ik zal met de kok praten en ervoor zorgen dat dit meteen wordt vervangen.
  • We’d like to offer you a complimentary meal. = We willen u graag een gratis maaltijd aanbieden.
  • Would you please accept a dessert on the house? = Wilt u een dessert van het huis accepteren?
  • I apologise for the confusion. = Mijn excuses voor de verwarring.
  • I will make sure you get another drink. = Ik zal ervoor zorgen dat u een ander drankje krijgt.
  • I agree! This meat is terribly undercooked. = Daar ben ik het mee eens! Dit vlees is helemaal niet gaar.
  • I will take care of that right away. = Ik zal daar meteen voor zorgen.
  • I’m afraid I disagree. You did order this. = Ik ben bang dat ik het daar niet mee eens ben. U heeft dit wel besteld.
  • I’ve been waiting for my drink for over 30 minutes. = Ik wacht al meer dan 30 minuten op mijn drankje.
  • This cutlery looks dirty. Could you bring me another knife? = Dit bestek ziet er vies uit. Kunt u me een ander mes brengen?
  • I asked for a hot chocolate without whipped cream. = Ik heb gevraagd om warme chocolademelk zonder slagroom.
  • I believe I ordered my steak well-done. This is rare. = Ik geloof dat ik mijn biefstuk doorbakken heb besteld. Deze is rood.
  • Excuse me. I think this may be someone else’s order. = Neemt u me niet kwalijk. Ik denk dat dit de bestelling van iemand anders is.
  • I didn’t order this dessert. = Ik heb dit dessert niet besteld.
  • The waitress brought me the wrong drink. = De serveerster heeft me het verkeerde drankje gebracht.