Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • to be active = actief zijn
  • to cool down = afkoelen
  • to move = bewegen
  • to bend = buigen
  • to score a goal = een doelpunt scoren
  • to get down = gaan liggen
  • to lift weights = gewichtheffen
  • to pull yourself up = jezelf optrekken
  • waist = middel
  • exercise = oefening
  • to warm up = opwarmen
  • practice = training
  • trick = truc
  • to win = winnen
  • Do you like to work out in the morning? = Vind je het leuk om ’s ochtends te sporten?
  • First, squat down with raised arms. = Eerst ga je door je knieën met je armen omhoog.
  • I never skip a workout because I want to be a professional athlete. = Ik sla nooit een training over omdat ik professioneel atleet wil worden.
  • I started my vlog because there’s no gym nearby. = Ik ben mijn vlog begonnen omdat er geen sportschool in de buurt is.
  • Next, make large circles with your arms. = Daarna maak je grote cirkels met je armen.
  • On Sundays I rest and hang out with friends. = Op zondag rust ik uit en breng ik tijd door met vrienden.
  • Running in the morning makes me feel great. = Hardlopen in de ochtend zorgt ervoor dat ik me goed voel.
  • That’s why I want to help others work out. = Dat is waarom ik anderen wil helpen met trainen.
  • We plan a hiking trip twice a year. = We plannen twee keer per jaar een wandeltocht.
  • What keeps you motivated? = Wat houdt je gemotiveerd?
  • Why did you start a YouTube channel? = Waarom ben je een YouTube-kanaal begonnen?
  • My whole family are sport fanatics. = Al mijn familieleden zijn sportfanaten.
  • I try to get 8 hours of sleep every night. = Ik probeer elke nacht 8 uur slaap te krijgen.
  • Repeat this movement 20 times. = Herhaal deze beweging 20 keer.
  • Then swing one leg back and forth. = Slinger dan een been heen en weer.
  • Finally, do 30 push-ups. = Tot slot druk je jezelf 30 keer op.