DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
HAVO/VWO - Leerjaar 2
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 1.5
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
date
=
afspraakje
bond
=
band
to end
=
beëindigen
important
=
belangrijk
colleague
=
collega
to keep in touch
=
contact houden
husband
=
echtgenoot
wife
=
echtgenote
to remember
=
herinneren
to get to know (someone)
=
(iemand) leren kennen
after
=
nadat
couple
=
stel
until
=
totdat
to forget
=
vergeten
fiancé (man); fiancée (woman)
=
verloofde
to trust
=
vertrouwen
before
=
voordat
boyfriend
=
vriend (liefdesrelatie)
friendly
=
vriendelijk
friendship
=
vriendschap
so
=
dus
or
=
of
and
=
en
because
=
want, omdat
but
=
maar
I’m single.
=
Ik ben alleenstaand.
I’m in a relationship (with someone).
=
Ik heb een relatie.
She used to be his girlfriend, but they broke up.
=
Zij was vroeger zijn vriendin, maar het is uit gegaan.
I’m really fond of her.
=
Ik ben heel gek op haar.
They are engaged, so they will get married soon.
=
Ze zijn verloofd, dus ze gaan binnenkort trouwen.
My sister and I are quite close.
=
Mijn zus en ik zijn behoorlijk hecht.
You’ve got a great sense of humour.
=
Jij hebt een geweldig gevoel voor humor.
She’s got such a strong and upbeat personality.
=
Zij heeft zo’n sterke en vrolijke persoonlijkheid.
He seems like a nice guy.
=
Hij lijkt me een aardige vent.
He’s got a charming smile.
=
Hij heeft een charmante glimlach.
He’s not very talkative because he’s shy.
=
Hij is niet heel spraakzaam, want hij is verlegen.
Lucy is quite self-confident and outgoing.
=
Lucy is vrij zelfverzekerd en spontaan.