Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • biscuit (UK) / cookie (US) = koekje
  • butter = boter
  • carrot = wortel
  • chicken = kip
  • to cook = koken
  • delicious = heerlijk
  • (side) dish = (bij)gerecht
  • ice cream = ijs
  • juice = (vruchten)sap
  • main (course) = hoofdgerecht
  • meal = maaltijd
  • orange = sinaasappel
  • to order = bestellen
  • pie = taart
  • pudding (UK) / dessert (UK/US) = toetje; dessert
  • to serve = serveren
  • starter = voorgerecht
  • to taste = proeven; smaken