DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
All right!
3e editie - 2020
VMBO-BK - Leerjaar 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 2.3
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
to start
=
beginnen
year
=
jaar
month
=
maand
again
=
nogmaals
now
=
nu
to hurry
=
opschieten
quick
=
snel
time
=
tijd
early
=
vroeg
to wait
=
wachten
It’s pretty small.
=
Het is best klein.
It’s black.
=
Het is zwart.
It’s made of glass.
=
Het is van glas.
It’s a Samsung.
=
Het is een Samsung.
It looks like a horse.
=
Het lijkt op een paard.
It has a cat on it.
=
Er staat een kat op.
It costs ten (10) pounds.
=
Het kost tien pond.
It’s a two-thousand and seventeen (2017) model.
=
Het is een model uit 2017.
The number is fifty-five.
=
Het nummer is 55.
My budget is fifteen (15) pounds.
=
Mijn budget is vijftien pond.
What time is it?
=
Hoe laat is het?
It’s getting late.
=
Het wordt al laat.
It’s (a) quarter past two.
=
Het is kwart over twee.
I’ve got school on weekdays from 8.30 to 3.30.
=
Ik heb op weekdagen school van 8:30 ‘s ochtends tot 3:30 ‘s middags.
I’ve lost track of time.
=
Ik ben de tijd vergeten.
It takes an hour to get there.
=
Het kost een uur om daar te komen.
It’s twenty minutes from here.
=
Het is twintig minuten hiervandaan.