DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
Of course!
VWO - Leerjaar 4 - 4e editie
Hoofdstuk 2.6
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
Congratulations …
=
Gefeliciteerd.
Don’t worry.
=
Maak je geen zorgen.
Excuse me, …
=
Neem me niet kwalijk, …
For example, … / For instance, …
=
Bijvoorbeeld, …
For one thing, …
=
Enerzijds, …
Forgive me for asking, but …
=
Sorry dat ik het vraag, maar …
Happy birthday.
=
Gefeliciteerd met je verjaardag.
I can’t believe …
=
Ik kan niet geloven …
I doubt it.
=
Ik betwijfel het.
I hope you don’t mind, but I really must be off now.
=
Ik hoop dat je het niet erg vindt, maar ik moet nu echt gaan.
I see what you mean, but …
=
Ik snap wat je bedoelt, maar ...
I was excited …
=
Ik was opgewonden (om) …
I was shocked to read …
=
Ik was geschrokken toen ik las …
I was so relieved ….
=
Ik was zo opgelucht …
If I follow you correctly, …
=
Als ik je goed volg …
If I have understood you correctly, …
=
Als ik je goed begrijp …
In other words, …
=
Met andere woorden, …
It is great …
=
Het is geweldig …
It is ridiculous …
=
Het is belachelijk …
It was a relief …
=
Het was een opluchting …
It was exciting ...
=
Het was spannend (om) …
It’s been very interesting talking to you
=
Ik vond het heel interessant om met je te praten
but I’m afraid I’ll have to go now.
=
maar ik ben bang dat ik nu moet gaan.
Let me congratulate you on …
=
Laat me je feliciteren met …
Lovely day, isn’t it?
=
Mooie dag, vind je ook niet?
Many happy returns …
=
En nog vele jaren ...
My name’s … Pleased to meet you.
=
Mijn naam is … . Aangenaam om kennis te maken.
So you’re saying that …?
=
Dus je zegt in feite dat …?
Surely, it can’t be that bad.
=
Zo erg kan het toch niet zijn.
Take for example, …
=
Neem bijvoorbeeld, …
Take the way (he) …
=
Neem de manier waarop (hij)…
That’s great!
=
Dat is geweldig!
That’s impossible!
=
Dat is onmogelijk!
That’s one way of looking at it, but …
=
Dat zou je zo kunnen bekijken, maar …
That’s very unlikely.
=
Dat is zeer onwaarschijnlijk.
There’s no need to be upset.
=
Je hoeft je niet zo druk te maken.
To give you an idea …
=
Om je een idee te geven …
We'd better …
=
We kunnen maar beter ...
Well, you have a point there, but …
=
Daar heb je een punt, maar …
You don’t say!
=
Dat meen je niet!
You must be joking!
=
Je maakt een grapje zeker!
You should …
=
Je zou …