Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • to administer = toedienen
  • to affect = (negatief) beïnvloeden
  • amenities = voorzieningen
  • bewilderment = verbijstering
  • to brace oneself = zich schrap zetten
  • to clarify = verhelderen
  • depravity = verdorvenheid, corruptie
  • distinct from = anders dan
  • domination = overheersing
  • to expire = verlopen
  • to open the floodgates = de deur wagenwijd openzetten
  • hence = vandaar
  • incremental = stijgend, oplopend
  • infraction = schending, inbreuk
  • iniquitous = onrechtvaardig
  • interpreter = tolk
  • irretrievably = onherstelbaar
  • moderately = matig
  • moderation = gematigdheid
  • to plummet = pijlsnel zakken
  • pragmatism = pragmatisme, zakelijkheid, praktische instelling
  • to preside over = voorzitten, de leiding hebben
  • rebuke = afkeuring
  • to reprehend = berispen, terechtwijzen
  • subsequent = opeenvolgend