DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
De Uitgeversgroep
Engels 2 op B1-niveau
B1 - Deel Toerisme - 1e editie
FRO/LVD/RZN ENG 2 Hoofdstuk 3
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
Enjoyable
=
Plezierig
Preferably
=
Bij voorkeur
Mountainous
=
Bergachtig
Mountaineering
=
Bergbeklimmen
Quite
=
Nogal
Challenging
=
Uitdagend
Advisable
=
Aan te raden
Advanced
=
Gevorderd(e)
Summit
=
Bergtop
Mecca
=
Mekka
Drawn to
=
Aangetrokken tot
Summiting
=
De top bereiken
Single-track
=
Enkelspoor
Trail
=
Pad
Thrilled
=
Opgewonden / enthousiast
Haven
=
Toevluchtsoord
Glacier
=
Gletsjer
Aside from that
=
Behalve dat
Numerous
=
Talrijk(e)
To browse
=
Zoeken
Public holiday
=
Nationale feestdag
Saint
=
Heilige / Sint
Century
=
Eeuw
Anonymous
=
Anoniem
Annual
=
Jaarlijks
Pancake
=
Pannenkoek
Middle Ages
=
Middeleeuwen
Frying pan
=
Braadpan
To toss
=
Opgooien
Prayer
=
Gebed
Vicar
=
Dominee
Crucifixion
=
Kruisiging
Churchgoer
=
Kerkganger
Resurrection
=
Wederopstanding
Witch
=
Heks
Broomstick
=
Bezemsteel
Lantern
=
Lantaarn
Bonfire
=
Vreugdevuur
Straw
=
Stro
Turkey
=
Kalkoen
Brandy
=
Cognac
Cream
=
Room
Cracker
=
Knalbonbon
Carols
=
Kerstliederen
Servant
=
Bediende
(Circular) tour
=
Rondreis
Distillery
=
Distilleerderij
To spend the night
=
Overnachten
National Park
=
Nationaal Park
Hiking possibilities
=
Wandelmogelijkheden
Rafting
=
Raften
Quad riding
=
Quad rijden
Abseiling
=
Abseilen
Confirmation
=
Bevestiging
On the coast
=
Aan de kust
Navy ships
=
Marineschepen
Disabled people
=
Gehandicapten
Double bed
=
Lits-jumeaux
Surcharge
=
Toeslag
Electric boat
=
Fluisterboot
Tide
=
Getij
Gangway
=
Loopplank
Upper deck
=
Bovendek
Beauty parlour
=
Schoonheidssalon
Space travel
=
Ruimtevaart
Exhibition
=
Expositie
Continent
=
Werelddeel
Working class
=
Arbeidersklasse
To go abroad
=
Naar het buitenland gaan