Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • that = dat
  • village = het dorp
  • born = geboren
  • hello = hallo
  • I = ik
  • in = in
  • you = je
  • to come = komen
  • country = het land
  • to read = lezen
  • to listen = luisteren
  • now = nu
  • to write = schrijven
  • to speak = spreken
  • city = de stad
  • from = uit
  • who = wie
  • to live = wonen
  • to be = zijn