Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Frans Nederlands
  • la belle-fille = de schoondochter
  • pour de bon = echt / werkelijk
  • le funérarium = het rouwcentrum / het mortuarium
  • différer = uitstellen
  • garder quelqu’un = op iemand passen
  • l’infirmière = de verpleegkundige
  • se mêler de = zich bemoeien met
  • être couché = in bed liggen
  • défaire les valises = de koffers uitpakken
  • le détour = de omweg
  • essuyer = afvegen / wegvegen
  • ne … pas non plus = ook niet
  • la personne âgée = de oudere
  • faire de la peine à quelqu’un = iemand verdriet doen
  • la crise cardiaque = de hartaanval
  • être grièvement blessé = ernstig gewond zijn
  • se faire opérer = geopereerd worden
  • les urgences = de spoedeisende hulp
  • passer une radio = een röntgenfoto laten maken
  • le chirurgien = de chirurg