Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Frans Nederlands
  • le caméscope = de videocamera
  • les infos = het nieuws
  • déguster = met smaak proeven
  • tracasser = dwarszitten / kwellen
  • trop bien = super
  • se tenir droit = rechtop staan
  • s’imaginer = zich indenken
  • sage = braaf
  • la gueule = de bek
  • causer = praten
  • aborder quelqu’un = iemand aanspreken
  • les impôts = de belasting
  • l’appli / l’application = de app
  • s’entraîner = trainen
  • se taire = zwijgen
  • interrompre quelqu’un = iemand in de rede vallen
  • être silencieux = stil / zwijgzaam zijn
  • être muet = niets zeggen / sprakeloos zijn
  • prendre la parole = het woord nemen
  • être bavard = spraakzaam zijn