Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Frans Nederlands
  • remplir = vullen
  • néanmoins = desalniettemin
  • obliger = verplichten
  • négligeable = verwaarloosbaar
  • le robinet = de kraan
  • la praticité = het gebruiksgemak
  • alimentaire = levensmiddelen
  • au détriment de = ten koste van
  • gagner le dessus = de overhand krijgen
  • comprendre = bevatten
  • nutritionnel = voedings
  • têtu = koppig, eigenwijs / koppig / eigenwijs
  • dégoûter = doen walgen
  • sous-estimer = onderschatten
  • la tendance = de trend
  • les maladies cardio-vasculaires = hart- en vaatziekten
  • le réveil = de wekker
  • le potage = de soep
  • précuit = voorgekookt
  • une habitude = een gewoonte
  • à volonté = zoveel men wil
  • laitier = zuivel
  • contradictoire = tegenstrijdig
  • la boisson gazeuse = de priklimonade
  • modifient = wijzigen
  • suffisant = voldoende
  • chacun(e) / chacune / chacun = ieder
  • le bouquin = het boek
  • le chou-fleurs = de bloemkool
  • inciter = aanzetten / aansporen / aanzetten, aansporen