Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Frans Nederlands
  • se rappeler = zich herinneren
  • féroce = wild
  • le besoin = de behoefte
  • lutter = vechten, strijden / vechten / strijden
  • la tribu = de stam
  • semblable = gelijkwaardig / gelijk
  • dès que = zodra
  • la cohabitation = het samenwonen
  • par conséquent = dientengevolge
  • afin de = om te
  • une envie = een behoefte
  • favoriser = bevorderen
  • la division = de verdeeldheid
  • vestimentaire = kleding
  • la capacité = het vermogen
  • annuler = afzeggen
  • généralement = in het algemeen, meestal / in het algemeen / meestal
  • survivre = overleven
  • côte à côte = naast elkaar
  • éprouver = voelen
  • en plus de = naast, boven op / naast / boven op
  • nécessiter = nodig maken
  • traîner = rondhangen / hangen
  • un solitaire = een kluizenaar
  • percevoir = waarnemen, opmerken / waarnemen / opmerken
  • traiter de = behandelen
  • la confiance en soi = het zelfvertrouwen
  • consécutif = achtereenvolgend
  • la perception = de waarneming
  • mentionner = noemen
  • se mettre à = beginnen met
  • la facilité = de gemakzucht
  • inférieur à = lager dan
  • la conviction = de overtuiging
  • à cause de = vanwege
  • estimer = schatten
  • la paresse = de luiheid
  • contredire = tegenspreken
  • ainsi que = evenals
  • désigner = aanwijzen
  • renvoyer = verwijzen
  • lié = verbonden
  • la donnée = het gegeven
  • une idée reçue = een heersende opvatting
  • vain = vergeefs
  • le regard = de blik
  • d'après = volgens
  • volontiers = graag