DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Frans
ThiemeMeulenhoff
Franconville
3 havo-vwo
3 hv - Etape 8
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Frans
Nederlands
la liberté
=
de vrijheid
la webcam
=
de webcam
africain
=
Afrikaans
le cybercafé
=
het internetcafé
la Côte d’Ivoire
=
Ivoorkust
l’ouest
=
het westen
le Mali
=
Mali
la victime
=
het slachtoffer
la guerre
=
de oorlog
la paix
=
de vrede
le jeune
=
de jongere
l’enfant soldat
=
de kindsoldaat
autrefois
=
vroeger
l’ennemi
=
de vijand
libre / librement
=
vrij
meilleur / mieux
=
beter
la conversation
=
het gesprek
la leçon
=
de les
se rendre compte
=
de beseffen
juste
=
eerlijk
mauvais / mal
=
slecht
le spectacle de solidarité
=
de benefietvoorstelling
la collecte
=
de inzameling
remettre à
=
overhandigen aan
manquer
=
ontbreken
nombreux
=
talrijk / met velen / talrijk, met velen
risquer
=
het risico lopen
tourner
=
draaien
le robinet
=
de kraan
couler
=
stromen
facile
=
gemakkelijk
se laver
=
zich wassen
faire la vaisselle
=
de afwas doen
la plante
=
de plant
la personne
=
de persoon
la partie
=
het deel
le lac
=
het meer
utiliser / consommer
=
gebruiken
la quantité
=
de hoeveelheid
le champ
=
het veld / de akker / het veld, de akker
l’avenir
=
de toekomst
par contre
=
daarentegen
sec
=
droog
les déchets
=
het afval
essayer
=
proberen
fermer
=
sluiten / dichtdoen / sluiten, dichtdoen
la terre
=
de aarde
de plus en plus
=
hoe langer hoe meer
la coupure
=
de storing
salé
=
gezouten
le glacier
=
de gletsjer
le fleuve
=
de grote rivier
servir
=
dienen
le balcon
=
het balkon
l'agriculture
=
de landbouw
irriguer
=
bevloeien
l'eau potable
=
het drinkwater
polluer
=
vervuilen
causer
=
veroorzaken
la planète
=
de planeet
protéger
=
beschermen
consommer
=
verbruiken / gebruiken, verbruiken