Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Frans Nederlands
  • le trafic = de handel
  • la sucette = de lollie
  • une affaire = een zaak
  • lucratif / lucrative = lucratief / lonend
  • le risque = het gevaar, het risico / het gevaar / het risico
  • une exclusion = een schorsing
  • les sucreries = de zoetigheid
  • consommer = consumeren
  • durant = gedurende
  • décider = besluiten
  • la cour = het schoolplein
  • quand même = toch
  • défendu = verboden
  • rendre service = een dienst bewijzen
  • en vente = te koop
  • la boulangerie = de bakkerij
  • le criminel = de misdadiger
  • de plus = bovendien
  • écrit = geschreven
  • risquer = riskeren
  • accepter = accepteren
  • les drogues = de drugs
  • la colle = het nablijven