DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
Taalblokken Engels
A2-B1 Leerwerkboek en Online
TBEN–B1-H4-Listening
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
the appetizer
=
het borrelhapje
to garnish
=
garneren
the hummus
=
de hummus
the parsley
=
de peterselie
to scrape
=
schrapen
the serving dish
=
een groot bord
the wedge
=
een punt(je)
the brillo pad
=
het brillosponsje
the chunk
=
het deel
the crux
=
de kern
the equivalent
=
het equivalent
the inch
=
de inch
to light
=
aansteken
the short
=
kortsluiting
the skill
=
de vaardigheid
to smoulder
=
smeulen
the steel wool
=
de staalwol
to tear off
=
afscheuren
the tinder
=
de tondel
the wetfire
=
het aanmaakblokje
wind up with
=
eindigen met iets
to complicate
=
moeilijker worden
to conquer
=
veroveren
the empire
=
het rijk
industrious
=
ijverig
linguistic
=
taalkundig
look the part
=
erop lijken
to occupy
=
bezetten
to populate
=
bevolken
self-govern
=
autonoom
the territory
=
de gebieden
understandable
=
begrijpelijk
to divert
=
wegleiden
the get-away
=
de vlucht
the havoc
=
de warboel
the jack-knife
=
een zakmes
the junction
=
de kruising
to revise
=
herzien
the rush hour
=
het spitsuur
the timetable
=
de dienstregeling
treacherous
=
bedrieglijk
wintry
=
winters
the congestion
=
verkeersopstopping
the greenhouse gas
=
het broeikasgas
idle
=
nutteloos
offset
=
compenseren
to reduce
=
verminderen
the respiratory issue
=
het ademhalingsprobleem
significantly
=
significant
sustainable
=
duurzaam
the vehicle miles travel
=
gereden kilometers per voertuig
to cram into
=
opeenpakken
the demand
=
de vraag
to depend on
=
hangt af van
the factory farming
=
de intensieve veehouderij
the production unit
=
de productie-eenheid
the profit
=
de winst
the retailer
=
de detailhandelaar
tragically
=
tragisch
ultimate
=
uiterste
urgently
=
urgent
the ant
=
de mier
the armour
=
harnas
the claw
=
de klauw
elusive
=
ongrijpbaar
enlarge
=
vergroten
the grub
=
de larve
the hedgehog
=
de egel
the mammal
=
het zoogdier
to poke into
=
porren in
the porcupine
=
het stekelvarken
the radio transmitter
=
de radiozender
the snout
=
de snuit
the spike
=
de stekel
to stoke up
=
opstoken
strengthen
=
versterken
the termite
=
de termiet
weirdly
=
vreemd
ancient
=
oud