DE
NL
FR
DE
ES
IT
Vokabeln lernen
Tipps
Lernmethode
Start
Wozzol
Tipps
Lernmethode
Vokabellisten
Nachrichten
Vokabeln lernen
Wenn Sie mehr Vokabeln in einer Fremdsprache lernen möchten, lassen Sie es uns wissen.
Kontaktieren Sie uns
Vokabelliste
Vokabellisten
Engels
Malmberg
Of course!
Of course3-6vwo
Ofcourse3-6vwo-H8-NE
Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.
Aktionen
Offene Liste zum Lernen
Drucken Sie die Liste als
flashcards
Liste als Textdatei exportieren
Engels
Nederlands
current affairs
=
actualiteiten
breadth
=
breedte
brave
=
dapper
taste of her own medicine
=
koekje van eigen deeg
freshman
=
eerstejaarsstudent
transform
=
hervormen / omvormen
I'm all thumbs.
=
Ik heb twee linkerhanden.
get carried away
=
zich laten meeslepen
peer
=
leeftijdgenoot
loan
=
lening
down the drain
=
naar de knoppen
pursue
=
nastreven
neither … nor
=
noch … noch
rubbish
=
onzin
in the long run
=
op de lange termijn
in stock
=
op voorraad
opinion poll
=
opiniepeiling
collaboration
=
samenwerking
damaging to
=
schadelijk voor
tuition fees / tuition
=
schoolgeld / collegegeld
curriculum
=
leerplan
strain
=
spanning / druk
food for thought
=
stof tot nadenken
current
=
stroom
seminar
=
studiebijeenkomst
coursework
=
studieopdrachten
engineering
=
techniek
expand
=
uitbreiden
outstanding
=
uitstekend
academic
=
universitair
undergraduate
=
universitair student
Far from it.
=
Verre van dat.
refer to
=
verwijzen naar
overnight
=
voor één nacht / van de ene op de andere dag
as for
=
wat betreft
residential
=
woon
esteem
=
achting
distract from
=
afleiden van
discount
=
afprijzen
deter
=
afschrikken / afhouden
major
=
als hoofdvak hebben
graduation day
=
dag van afstuderen
envy
=
benijden
figure
=
berekenen
lasting
=
blijvend
résumé
=
cv
have a score to settle with
=
een appeltje te schillen hebben met
casualty
=
eerstehulpafdeling
there's more than meets the eye
=
er is meer dan op het eerste gezicht lijkt
validity
=
geldigheidsduur / geldigheid
come in handy
=
goed van pas komen
convenient
=
geschikt / handig
It serves him right.
=
Het is zijn eigen schuld.
tongue-in-cheek
=
ironisch bedoeld
lose your temper
=
je kalmte verliezen
jack-of-all-trades
=
manusje-van-alles
unpredictable
=
onvoorspelbaar
out of sorts
=
onwel
keep track of
=
op de hoogte blijven van
transition
=
overgang
posting
=
plaatsing
liberal
=
ruimdenkend / progressief
winding
=
slingerend / kronkelend
demolish
=
slopen / afbreken
exploit
=
uitbuiten
inside out
=
van binnen en van buiten
clarify
=
verduidelijken
humiliate
=
vernederen
trigger off
=
veroorzaken (van iets slechts) / veroorzaken
take advantage of
=
voordeel halen uit
detergent
=
wasmiddel
employ
=
aannemen
take it that
=
aannemen dat
widely
=
wijd en zijd / alom
career path
=
arbeidsloopbaan
embark on
=
beginnen aan
destination
=
bestemming
additional
=
bijkomend / extra
duration
=
duur (zn) / duur
a wide range of
=
een breed scala aan
a piece of cake
=
een fluitje van een cent
quality
=
eigenschap
and rightly so
=
en terecht
fail to
=
er niet in slagen om
in the light of / in light of
=
gelet op
proper
=
geschikt / behoorlijk
guidebook
=
gids
thorough
=
grondig
gain insight into
=
inzicht krijgen in
find your bearings again
=
je weg weer vinden
gem
=
juweeltje
reflect
=
nadenken
among other things
=
onder andere
regardless of
=
ongeacht
in the field of
=
op het gebied van
predominantly
=
overwegend
pattern
=
patroon
school leaver
=
schoolverlater
due to
=
te wijten aan
against better judgment
=
tegen beter weten in
sort out
=
uitzoeken / sorteren
in advance
=
van tevoren
ease
=
verlichten
diversity
=
verscheidenheid
acquire
=
verwerven
take off
=
vrij nemen / uittrekken (kleren) / uittrekken
worthwhile
=
zinvol / waardevol
wildlife
=
wild (zelfstandig naamwoord) / wild
illiterate
=
analfabeet
master
=
beheersen
assembly
=
bijeenkomst
collide
=
botsen
compete with
=
concurreren met
appetite
=
eetlust
foundation
=
fundering
hand in
=
inleveren
reconcile
=
in overeenstemming brengen
bulk
=
leeuwendeel / grootste deel
add oil to the fire
=
olie op het vuur gooien
component
=
onderdeel
shallow
=
ondiep
impartial
=
onpartijdig
redundancy
=
ontslag(en) (wegens overtolligheid) / ontslag / ontslagen
put all your eggs in one basket
=
op één paard wedden
brush up
=
ophalen / opfrissen
rate
=
percentage
itinerary
=
reisbeschrijving / routebeschrijving
ample
=
ruimschoots / voldoende
savvy
=
slim en oplettend
linguistic
=
taal- / taalkundig
committed
=
toegewijd
off limits
=
verboden terrein
put up with
=
verdragen
far-fetched
=
vergezocht
cut down
=
verminderen
intensify
=
versterken
represent
=
vertegenwoordigen
depart for
=
vertrekken naar
subsequently
=
vervolgens / daarna
oddly enough
=
vreemd genoeg
orphanage
=
weeshuis
acid
=
zuur
recommendation
=
aanbeveling
application
=
aanvraag / aanmelding
directions
=
aanwijzingen / instructies
minor in
=
als bijvak studeren
major in
=
als hoofdvak studeren
economise
=
bezuinigen
culture and art education
=
CKV
certificate
=
diploma
aimless
=
doelloos
triple
=
drievoudig / driedubbel
economics
=
economie (studievak) / economie
clergy
=
geestelijken
uptight
=
gestrest / gespannen
there's a draught
=
het tocht
cabin
=
hut
computer science
=
informatica
last
=
jl. / jongstleden
balding
=
kalend
cardboard
=
karton
fragile
=
kwetsbaar
take
=
les hebben (in een schoolvak) / les hebben
my studies
=
mijn studie
have trouble with
=
moeite hebben met
back the wrong horse
=
op het verkeerde paard wedden
attend a school of pre-university education
=
op het vwo zitten
adultery
=
overspel
travelling expenses
=
reiskosten
guideline
=
richtlijn
foam
=
schuim
benefit
=
ten goede komen
typo
=
typefout
refund
=
vergoeding
tempting
=
verleidelijk / aanlokkelijk
wage
=
voeren / strijden
contraceptive
=
voorbehoedsmiddel
thus
=
zodoende / aldus