Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • ability = vermogen
  • borough = gemeente / stadsdeel
  • cattle = vee
  • CCTV = camerabewaking
  • to crack down on = met harde hand optreden tegen
  • to delude = bedriegen
  • to detect = bespeuren / ontdekken
  • eventually = uiteindelijk
  • flawless = perfect / foutloos
  • initially = aanvankelijk
  • in short = kortom
  • meanwhile = intussen
  • occasionally = af en toe
  • to police = bewaken (door de politie) / bewaken
  • proportion = deel
  • rarely = zelden
  • to reside = wonen (formeel) / wonen
  • significant = aanzienlijk
  • whiner = zeurpiet
  • accessibility = toegankelijkheid
  • to accomplish = volbrengen / bereiken
  • to address = aanpakken
  • administrator = iemand van de leiding
  • alienated = vervreemd
  • alienation = vervreemding
  • antidote = middel tegen negatieve effecten
  • arbitrary = willekeurig
  • authentic = echt
  • beyond = verder dan
  • boundary = grens
  • compassionate = meelevend en begripsvol
  • comprehensive = veelomvattend / uitgebreid
  • to conduct = leiden
  • to contribute to = bijdragen aan
  • to define = omschrijven
  • dignity = waardigheid
  • educator = onderwijsdeskundige
  • findings = conclusies (van een onderzoek) / conclusies
  • gesture = gebaar
  • guidelines = richtlijnen
  • to heighten = verhogen (van een gevoel) / verhogen
  • imposition = oplegging
  • to inflict pain on = iemand laten lijden
  • intervention = tussenkomst (om erger te voorkomen) / tussenkomst
  • issue = nummer (van krant/tijdschrift) / nummer
  • to lessen = verkleinen
  • likelihood / probability = waarschijnlijkheid
  • to nourish = voeden
  • to nurture = (iets helpen) ontwikkelen / ontwikkelen
  • to observe = opmerken
  • outburst = uitbarsting
  • to be overwhelmed by = zich overvallen voelen door iets
  • renowned = beroemd en gerespecteerd
  • to resort to = zijn toevlucht nemen tot (iets negatiefs) / zijn toevlucht nemen tot
  • solely = slechts
  • to strive for = streven naar
  • late = wijlen / de overleden
  • thus = aldus / op die manier
  • transgression = overtreding
  • anxious = ongerust
  • to browse = bladeren
  • commitment = grote inzet
  • to emphasize = benadrukken
  • to evade = ontwijken
  • furious = woedend
  • newsagent's = kiosk
  • to persuade = overhalen
  • prejudice = vooroordeel
  • rage = woede
  • ratings = kijkcijfers
  • reassuring = geruststellend
  • to refer = verwijzen
  • to reject = afwijzen
  • reluctantly = met tegenzin
  • resentment = haat / wrok
  • survey = onderzoek (naar de mening van mensen) / onderzoek
  • tabloid = roddelblad
  • access = toegang
  • to assemble = in elkaar zetten
  • commodities = luxeartikelen
  • conceited = verwaand
  • council = gemeenteraad
  • council house = (gehuurde) gemeentewoning / gemeentewoning
  • detention = opsluiting
  • to have detention = nablijven op school
  • disgraceful = schandalig
  • down-to-earth = nuchter
  • to flee = ontvluchten / vluchten uit
  • indifferent = onverschillig
  • modest = bescheiden
  • odd = vreemd
  • offensive = beledigend
  • persecution = vervolging
  • mortgage = hypotheek
  • reliable = betrouwbaar
  • ruthless = meedogenloos
  • sensible = verstandig
  • uptight = zenuwachtig
  • vain = ijdel
  • to abandon = verlaten
  • apprentice = stagiair / stagiaire
  • compulsive = dwangmatig
  • demanding = veeleisend
  • District Attorney = procureur-generaal (AE) / procureur-generaal
  • eerie = akelig
  • to employ = in dienst hebben
  • encounter = ontmoeting
  • executive = leidinggevende / directeur
  • to exile = verbannen
  • extraordinary = uitzonderlijk
  • jeopardy = gevaar
  • to mask = verbergen
  • prospective = toekomstige / verwachte
  • to reveal = onthullen
  • spine = ruggegraat
  • staggering = ongelooflijk (groot) / ongelooflijk
  • stakes = inzet / weddenschap
  • triangle = driehoek