Wozzol

Bitte überprüfen Sie, ob die Vokabelliste richtig ist, bevor Sie sie lernen.

  • Engels Nederlands
  • civilised = beschaafd
  • destination = bestemming
  • to be fed up with = beu zijn / genoeg hebben van
  • resident = bewoner
  • mayor = burgemeester
  • steady = constant / gestaag
  • daily = dagelijks
  • grateful = dankbaar
  • survey = enquête
  • fountain = fontein
  • fault = fout
  • embarrassing = gênant
  • marvellous = geweldig / prachtig
  • guide = gids
  • growth = groei / toename
  • to employ = in dienst hebben
  • break = korte vakantie
  • incapable of = niet in staat om
  • to deal with = omgaan met
  • poll = opiniepeiling
  • to vomit = overgeven
  • accurately = precies / nauwkeurig
  • to gather = samenkomen / zich verzamelen
  • atmosphere = sfeer
  • taste = smaak
  • to provoke = uitdagen / provoceren
  • to ban = verbieden
  • to endure = verdragen
  • to assure = verzekeren
  • major = zeer belangrijk / zeer groot